Top

Gepubliceerd in:

01-08-2004 | Artikel

Meer dan een SSRI?

Auteur: E. G. H. Aalsma

Gepubliceerd in: Bijblijven | Uitgave 8/2004

Samenvatting

De mini-interventie is een praktische, kortdurende vorm van begeleiding van patiënten met ongecompliceerde angststoornissen in de huisartspraktijk. De begeleiding is protocollair, verloopt in 5 fases en is gebaseerd op gedragstherapeutische en cognitieve principes. De fases zijn: 1. uitgebreide voorlichting geven, 2. het maken van een oefenhiërarchie en huiswerkopdrachten, 3. uitbreiding en verdieping van de oefenopdrachten, 4. verdere verdieping en terugvalpreventie, 5. evaluatie en afsluiting. Via de bespreking van een casus wordt gedetailleerd inzichtelijk gemaakt hoe men dit in 4 tot 8 gesprekken van 20 minuten kan doen. Tevens komen aan bod: het protocol, de voorbereiding en inhoud per gesprek, mogelijke folders en literatuur, tips etc. De werkwijze steunt op zelfwerkzaamheid van de patiënt. De huisarts heeft een coachende en steunende rol.

vorige artikel De medicamenteuze behandeling van angststoornissen

Tijdens de anamnese kan men deze klachten reeds markeren voor gebruik bij de voorlichting.

Neomagus G. Helpen bij paniek en vermijding. Huisarts Wet 2001;44(12):563-6.

DKB-pakket 61. Angststoornissen. Utrecht: NHG/LHV, augustus 2000.

Keijsers GPJ, Minnen A van, Hoogduin CAL. Protocollaire behandelingen in de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 1997.

NHG Cursus ‘Beleid bij patiënten met angststoornissen’. Cognitief-gedragstherapeutische technieken. Utrecht: NHG, 2003.

Dryden W, Digiuseppe R. Rationeel emotieve therapie stap voor stap. Lisse: Swets & Zeitlinger, 1994.

Maultsby MC, Hendricks A, Diekstra RFW, et al. U en uw gevoelens. Published by arrangement with Rational self Aids 1988.

Terluin B et al. NHG Standaard angststoornissen (eerste herziening). Huisarts en Wetenschap 2004:47(1);26-37 (noot 36).

Clark DM. A cognitive model for panic. In: Rachman S, Masers J (eds), Panic: Psychological perspectives. Hillsdale NJ: Erlbaum, 1988.

Beurs E de, Widenfelt B van. Paniekstoornis en agorafobie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2004.

Scholing A, Emmelkamp PMG. Sociale fobie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 1995:42 e.v.

Coene EH, Kollard S (red). Zorgboek Angst, Fobie en Paniek. Amsterdam: St. September, 2003. ISBN 90-7224-869-4.

Hoevenaars J. Leven met een fobie (serie Van A tot ggZ). Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 2002. ISBN 90-3133-911-3.

Hermans H. Angstmanagementtraining. Op eigen kracht je angst inperken. Lisse: Swets & Zeitlinger, 2002. ISBN 90-2651-702-5.

Angst, Dwang en Fobie Stichting (ADF Stichting), voor contact met lotgenoten, steun en adviezen. Tel. (0900) 200 87 11, www.adf-stichting.nl. De ADF Stichting beschikt over de adressen van een landelijk netwerk van gedrags- en psychotherapeuten.

www.psychowijzer.n.l

Stichting Fobievrienden (SFVR). Voor informatie, steun en paniekopvang, en voor psychologisch advies en medicijnbegeleiding. Tel. (0252) 51 86 89.

Vereniging ReBio, landelijke vereniging van ervaringsdeskundigen die hulp bieden bij hyperventilatie, angsten en fobische klachten. Tel. (0487) 51 86 04 of (0900) 202 01 38 (€ 0,25 per minuut, 24 uur per dag) of www.rebio.nl..

Titel: Meer dan een SSRI?
Auteur: E. G. H. Aalsma
Publicatiedatum: 01-08-2004
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Bijblijven / Uitgave 8/2004
Print ISSN: 0168-9428
Elektronisch ISSN: 1876-4916
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03059805

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 8/2004

De diagnostiek van angststoornissen

Inleiding: soorten angststoornissen, epidemiologie, etiologie/pathogenese

Boekje open over angst

Multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen van belang voor de huisarts?

Behandeling van de paniekstoornis met of zonder agorafobie

Psychotherapeutische behandelmogelijkheden bij sociale fobie