Skip to main content
Top

2022 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6. Medicatie

Auteurs : Melissa Chrispijn, Daniëlle Cath, Davy Quadackers, Bennard Doornbos

Gepubliceerd in: Leefstijlpsychiatrie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De veelal ongezonde leefstijl van mensen met een psychiatrische aandoening is onlosmakelijk verbonden met de medicatie die wordt voorgeschreven in de psychiatrie. In dit hoofdstuk gaan we dan ook uitgebreid in op het psychofarmacagebruik en beschrijven we de lichamelijke gevolgen van deze medicijnen. Daarnaast gaan we in op de achtergrond en de werkingsmechanismen van medicatie. Per medicatie-groep wordt uitgelegd hoe bijwerkingen kunnen ontstaan vanuit receptorniveau naar klinisch beeld. Lichamelijke screening wordt ingezet om verschillende lichamelijke klachten en risicofactoren systematisch in kaart te brengen. Indien deze aanwezig zijn is het van belang dit te bespreken met de patiënt en samen een beleid vast te stellen. Pas als het duidelijk is welke lichamelijke belemmeringen er zijn, kan een goed beleid worden gemaakt. De eerste stap is om te kijken welke medicijnen afgebouwd of omgezet kunnen worden om de bijwerkingen te verminderen. Daarna zou in samenspraak moeten worden bepaald welke niet-medicamenteuze opties er zijn om de bijwerkingen te doen afnemen. Indien dat ontoereikend is en/of de persoon voelt niets voor leefstijlinterventies, kan medicatie nodig zijn om de afwijkende waarden te behandelen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bijwerkingen van die medicamenten. Leefstijladviezen vormen een rode draad door alle fasen van de behandeling, en er kunnen ook specifieke leefstijl-psychiatrische interventies worden ingezet om de psychische klachten te verminderen. Dit kan weer leiden tot minder medicatiegebruik. Tot slot is het van belang dat de zorg dusdanig wordt georganiseerd dat er voldoende oog is voor zowel psychische als lichamelijke gezondheid.
Voetnoten
1
Niet alle antipsychotica sorteren hun therapeutische effect via dopamine 2-antagonisme. Zo zijn aripiprazol, brexpiprazol en cariprazine onder andere partiële dopamine-2-agonisten. Zij kunnen de dopamine-2-receptor dus zowel stimuleren als remmen.
 
2
Onder andere aripiprazol, brexpiprazol en cariprazine agoneren de serotonerge 5-HT-1A-receptor partieel; dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld paliperidon en risperidon, die deze receptor antagoneren.
 
Metagegevens
Titel
Medicatie
Auteurs
Melissa Chrispijn
Daniëlle Cath
Davy Quadackers
Bennard Doornbos
Copyright
2022
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2705-8_6