Skip to main content
Top

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2. Manueeltherapeutisch onderzoek

Auteurs : D.L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Dit hoofdstuk is volledig gewijd aan het manueeltherapeutisch onderzoek en de systematische ordening conform de KNGF-richtlijn Verslaglegging. De narratieve en procedurele aspecten van de screening en anamnese worden uitgebreid onder de loep genomen. Binnen het lichamelijk onderzoek wordt met behulp van ‘werkwijze I’ het anamnestisch patiëntprofiel gecontroleerd en aangescherpt. Met ‘werkwijze II’ wordt de mate van stelligheid van de conclusies – zoals gesteld in de hypothesen – vergroot. De nodige kennis hiervoor wordt aangereikt. De nodige ervaring dient in de praktijk te worden opgedaan, waarvoor handvatten worden aangereikt. Er zijn aparte paragrafen ingeruimd voor inspectie, palpatie, actief en passief bewegingsonderzoek. Speciale aandacht is er voor provocatietests en de (on)zin van het vragen naar pijn. Het neurologisch onderzoek completeert dit hoofdstuk en is in de 11de druk sterk uitgebreid. De auteurs gebruiken concrete ziektebeelden en werkdiagnoses om het onderzoek inzichtelijk te maken.
Voetnoten
1
EPD = elektronisch patiëntendossier. Verslagleggingssystemen (patiëntvolgsystemen) als Fysioroadmap, Intramed-Plus, Fysiomanager en vele anderen helpen de therapeut niet alleen bij het (conform de KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische verslaglegging 2011) systematisch ordenen van de anamnese- en onderzoeksgegevens, maar ook bij het volgen van de patiënt tijdens het behandeltraject met tussentijdse evaluatiemomenten.
 
2
Diagnosecoderingsysteem paramedische hulp (DCSPH), versie 2011.
 
3
FAC 0 = de patiënt kan niet lopen en heeft hulp nodig van 2 of meer personen, FAC 5 = de patiënt kan zelfstandig lopen op een vlakke ondergrond, op oneffen grond, op hellingen en kan traplopen. Zie ook www.​fysiovragenlijst​.​nl.
 
4
IASP: International Association for the Study of Pain.
 
5
Paresthesie: is een stoornis in de gevoelssensatie. Het is een onprettig prikkelend, tintelend of brandend gevoel zonder dat er een aanraking is. Soms zijn er ook andere gevoelswaarnemingen, zoals hitte, koude of jeuk. Aan de huid of het lichaamsdeel waar paresthesie wordt ervaren, is doorgaans niets te zien, en er is geen externe prikkel aan te wijzen die voor dit gevoel verantwoordelijk is. Opmerkelijk is dat een lichte aanraking van een paresthetische huid vaak als erg pijnlijk wordt ervaren (hyperesthesie, hyperpathie of allodynie).
 
6
Indien de VZR het teken van Babinski (extensie en spreiding tenen) laat zien is er sprake van een pathologische reflex.
 
Metagegevens
Titel
Manueeltherapeutisch onderzoek
Auteurs
D.L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0592-6_2