Introductie
Definitie en epidemiologie
Etiologie en classificatie
-
de testes: primair hypogonadisme;
-
de hypothalamus en hypofyse: secundair hypogonadisme;
-
de hypothalamus, hypofyse en testes: adult-onset hypogonadisme;
-
androgeen receptordefecten.
Diagnostiek van adult-onset hypogonadisme
afname spierkracht, -massa |
afname lichamelijke prestaties |
lichte anemie, lage hematocriet |
zweten, hot flushes |
slaapstoornis |
osteoporose |
gynaecomastie |
stijging lichaamsvet en body mass index |
slechte concentratie en geheugen |
moeheid/futloosheid |
afname libido |
erectiele disfunctie |
afname seksuele gedachten |
afname van de ochtenderecties |
stemmingswisselingen/depressies |
afname van zelfvertrouwen |
daling testisvolume |
daling ejaculaatvolume |
verlies van lichaamsbeharing in gezicht, oksel en regio pubis |
Tijdstip van de bepaling
SHBG en het vrije testosteron; invloed van medicatie
stijging SHBG | daling SHBG |
---|---|
anti-epileptica | ernstig overgewicht |
oestrogenen | testosterontherapie |
hyperthyreoïdie | hypothyreoïdie |
leverziekten | nefrotisch syndroom |
veroudering | acromegalie |
gebrek aan groeihormoon | insulineresistentie |
→ het TT stijgt, het vrije T niet | → het TT daalt, het vrije T niet |
Grenswaarde voor het totaaltestosteron (TT)
Anamnese en vragenlijsten
Lichamelijk onderzoek
Behandeling van male hypogonadisme
-
vertraagde puberteit; aangeboren vormen als het Kallmann-syndroom en andere vormen van prepuberaal hypogonadisme;
-
Klinefelter-syndroom;
-
seksuele disfunctie en een laag testosterongehalte zonder respons op PDE5-remmers;
-
osteoporose met hypogonadisme;
-
hypopituïtarisme;
-
volwassen mannen met een laag testosterongehalte en klachten die passen bij hypogonadisme na vergeefse lifestyleveranderingen en behandeling van obesitas en comorbiditeiten.
-
lokaal voortgeschreden of gemetastaseerd prostaatcarcinoom;
-
mannelijk borstkanker;
-
actieve kinderwens;
-
hematocriet > 0,54 %;
-
ernstig hartfalen (New York Heart Association Class IV).
Resultaten van testosterontherapie
Therapeutische mogelijkheden voor mannelijk hypogonadisme
-
orale testosterontabletten;
-
parenterale testosteronpreparaten;
-
transdermale testosteronpreparaten;
-
subdermale testosterondepots;
-
buccale testosterontabletten.
Orale testosterontabletten
Parenterale testosteronpreparaten
Transdermale preparaten
Hypogonadisme en fertiliteit
Clomifeen
HCG-therapie
Risicofactoren bij testosterontherapie
Risico op prostaatcarcinoom
Hart- en vaatziekten (HVZ)
Obstructieve slaapapneu (OSA)
Het monitoren van de behandeling
-
De hematocriet (Ht) Een verhoogde Ht is de meest frequente bijwerking; de klinische betekenis is nog onduidelijk, maar zou kunnen leiden tot trombose [73]. Het effect van erytropoëse wordt zichtbaar na drie maanden en piekt bij 12 maanden. Bij een Ht > 0,54 dient de testosterontherapie te worden verlaagd of gestaakt. Soms is tevens een aderlating van 500 ml bloed noodzakelijk. De bloedafname ter bepaling van de Ht dient zonder veneuze stuwing plaats te vinden [74].
-
Prostaatonderzoek Testosterontherapie leidt tot een marginale stijging van het PSA en prostaatvolume met een plateau na 6–12 maanden [36]. Talrijke meta-analyses laten geen verhoogd risico op prostaatcarcinoom zien [1]. Toch zijn er onvoldoende data uit langetermijnonderzoek om de ontwikkeling van prostaatcarcinoom door testosterontherapie volledig uit te sluiten. Derhalve is monitoring van de prostaat noodzakelijk en zonodig nader onderzoek.
-
Cardiovasculaire status Bij mannen met reeds bestaande HVZ is een zorgvuldige overweging vereist bij het starten van de testosterontherapie, die bestaat uit onder meer het vaststellen van cardiovasculaire symptomen. Bij chronisch hartfalen kan een exacerbatie optreden met vochtretentie [75].
-
Botdichtheid De botdichtheid behoeft alleen gecontroleerd te worden indien deze al voor de behandeling abnormaal was. Een toename is al na zes maanden zichtbaar, met een verdere toename gedurende drie jaar [36].