Ieder individu heeft zijn eigen zwakke en sterke punten. Wat bij de een werkt, kan bij een ander volledig ineffectief zijn. Door hersenbeschadiging worden zwakke en sterke punten nog meer uitgesproken. Daarom is het van groot belang om bij ieder individu (leerling, sporter, patiënt) je steeds weer opnieuw af te vragen wat de meest passende leerstrategie zou kunnen zijn. Kernvragen zijn daarbij vaak de keuze tussen impliciete of expliciete strategieën en de focussering van aandacht. In dit hoofdstuk passeren vele leerstrategieën de revue: klassiek en operant conditioneren, geven van feedback, stimulatietechnieken, imitatieleren, foutloos leren, ketenvorming, automatisering en dubbeltaaktraining, forced use, verbale (zelf)sturing en mental practice. Het repertoire van leermethoden is werkelijk groot.