Samenvatting
De ‘meest’ frequente maligne tumoren zijn het osteosarcoom, chondrosarcoom en ewingsarcoom, waarvan het osteosarcoom en ewingsarcoom voornamelijk voorkomen bij kinderen en jongvolwasenen, terwijl het chondrosarcoom voornamelijk op volwassen leeftijd voorkomt. De prognose wordt bepaald door het type van de tumor, de lokalisatie, de uitbreiding en het stadium van de ziekte (metastase). De diagnose start met beeldvorming (conventionele röntgenopname en MRI) voorafgaande aan een biopsie, waarna analyse van metastasering door middel van CT-thorax en in bepaalde situaties FDG-PET-CT. Dan volgt behandeling in hiervoor gespecialiseerde centra. Patiënten met tumoren die gevoelig zijn voor chemotherapie (osteosarcoom en ewingsarcoom) starten met chemotherapie neoadjuvant gevolgd door chirurgie voor de lokale tumorcontrole, daarna postoperatieve chemotherapie en soms ook nog radiotherapie. Bij tumoren ongevoelig voor chemotherapie (chondrosarcoom) is tot nu toe adequate chirurgie de enige optie. De uiteindelijke prognose wordt bepaald door de lokale tumorcontrole, maar vooral het ontstaan van (long)metastasen.