Samenvatting
De longperfusie- en ventilatiescintigrafie worden gebruikt bij patiënten met de verdenking op longembolieën. Met behulp van gelabelde macroaggregaten wordt een beeld gevormd van de (sub)segmentele longdoorbloeding. Hiermee kunnen perfusiedefecten, die onder andere veroorzaakt kunnen worden door longembolieën, zichtbaar gemaakt worden. Tegelijkertijd kan met een ventilatiescintigrafie de ventilatie over de longvelden worden beoordeeld, waarbij ook andere longziekten dan perfusieafwijkingen ventilatieafwijkingen kunnen geven van de grotere of kleinere luchtwegen. Bij een acute longembolie zal de ventilatie in principe intact blijven. Een longperfusiescintigrafie kan ook worden gebruikt om de links-rechtsverdeling en regionale functiebijdrage aan de longfunctie te bepalen, zodat een schatting gemaakt kan worden van de longfunctie na een longoperatie. Bij een verdenking op aspiratie waarbij voeding in de longen terechtkomt, kan een aspiratiedetectie een pulmonale microaspiratie aantonen.