Inleiding
Sinds begin 2021 is vaccinatie een centraal onderdeel in de bestrijding van het COVID-19-virus. Om in te kunnen schatten hoeveel mensen zich willen laten vaccineren wordt gekeken naar de vaccinatiebereidheid. De vraag is hierbij in hoeverre deze bereidheid voor de verschillende subgroepen in de bevolking even hoog is. Buitenlandse onderzoeken laten zien dat mensen uit lagere sociaaleconomische groepen over het algemeen minder bereid zijn zich te laten vaccineren dan mensen uit hogere sociaaleconomische groepen. In onderzoeken in Groot-Brittannië en de VS kwam bijvoorbeeld naar voren dat een laag inkomen samenhangt met negatieve opvattingen over het COVID-19-vaccin en dat de vaccinatiebereidheid toeneemt naarmate het opleidingsniveau stijgt [
1,
2]. In deze bijdrage beschrijven we in hoeverre dit beeld voor COVID-19-vaccinatie ook in het begin van de vaccinatiecampagne in Nederland zichtbaar is en gaan we in op belangrijke factoren die samenhangen met de vaccinatiebereidheid. Daarnaast beschrijven we enkele interventiestrategieën die positief aan de vaccinatiebereidheid kunnen bijdragen, zoals het inzetten van sleutelfiguren en het slechten van praktische barrières.
Corona Gedragsunit
De WHO geeft gedragswetenschappen een belangrijke plaats in de bestrijding van pandemieën, naast andere essentiële expertise, zoals virologie, epidemiologie en geneeskunde. In lijn daarmee werd in het voorjaar van 2020, tijdens de eerste golf van de COVID-19-pandemie, de Corona Gedragsunit opgericht, met als doel om wetenschappelijke kennis en expertise over gedrag op gecoördineerde wijze in te kunnen zetten bij de bestrijding van de coronapandemie [
3]. Naast literatuuronderzoek, interviews en het in kaart brengen van voorbeelden uit de praktijk vormt periodiek vragenlijstonderzoek een belangrijke pijler van de gegevensverzameling. Het doel van dit vragenlijstonderzoek is om inzicht te krijgen in de belangrijkste gedragingen die cruciaal zijn bij een succesvolle bestrijding van de pandemie. Ook vaccinatiebereidheid is een onderwerp dat aandacht krijgt in het vragenlijstonderzoek.
Vaccinatiebereidheid
Voor deze bijdrage hebben we de tiende ronde van het vragenlijstonderzoek gebruikt. Tussen 10 en 14 februari namen 54.363 mensen in de leeftijd vanaf zestien jaar deel. Van hen was 36% man en 64% vrouw. In het vragenlijstonderzoek is een onderscheid gemaakt tussen laag- (geen, basis, lbo, vmbo), middelbaar (havo/vwo, mbo) en hoogopgeleiden (hbo, wo).
Met de vraag ‘Als u uitgenodigd wordt voor een vaccinatie tegen het coronavirus, wilt u zich dan laten vaccineren?’ werd de vaccinatiebereidheid onder de deelnemers uitgevraagd. In totaal gaf 84% van de algehele bevolking aan bereid te zijn zich te laten vaccineren. Tabel
1 laat zien dat dit percentage onder laag- en middelbaar opgeleiden lager is dan onder hoogopgeleiden. Dit werd gevonden voor alle leeftijdsgroepen.
Tabel 1
Vaccinatiebereidheid onder laag-, middelbaar en hoogopgeleiden (N = totaal 53.720)
ja | 82% | 81% | 87% |
nee | 6% | 7% | 4% |
weet ik niet | 12% | 12% | 9% |
De vaccinatiebereidheid hangt binnen de opleidingsgroepen ook samen met leeftijd. Naarmate de leeftijd stijgt, wordt het verschil in vaccinatiebereidheid tussen opleidingsgroepen kleiner. Zo is in de leeftijdsgroep 25–39 jaar het verschil in vaccinatiebereidheid tussen laag- en hoogopgeleiden 23 procentpunt. Voor de groep 70-plussers is dit gedaald naar 5%.
Risicoperceptie
Uit gedragswetenschappelijk onderzoek weten we dat risicoperceptie een belangrijke factor is wat betreft de vaccinatiebereidheid [
4]. Naarmate mensen de gevolgen van een besmetting ernstiger inschatten, zijn ze eerder bereid zich te laten vaccineren. Met betrekking tot COVID-19 blijkt op basis van de cijfers van het vragenlijstonderzoek dat de veronderstelde ernst van COVID-19 onder laagopgeleiden hoger is dan onder de andere opleidingsgroepen. Van de laagopgeleiden zou 71% het heel erg vinden om met het coronavirus besmet te raken. Voor middelbaar en hoogopgeleiden ligt dit percentage lager (respectievelijk 58% en 55%). Het percentage laagopgeleiden dat de kans groot acht om de komende tijd met het virus besmet te raken is 8%. Bij middelbaar opgeleiden is dit 14% en bij hoogopgeleiden 12%. Net als bij vaccinatiebereidheid hangt de risicoperceptie in alle opleidingsgroepen samen met leeftijd. Naarmate respondenten jonger zijn, daalt ook de angst om besmet te raken met het COVID-19-virus en ernstig ziek te worden. Ook als rekening wordt gehouden met verschillen in risicoperceptie en leeftijd, geslacht en gezondheid, blijven verschillen in vaccinatiebereidheid tussen opleidingsgroepen zichtbaar. De kans dat mensen twijfelen of aangeven geen vaccin te willen is ook na correctie voor deze verschillen hoger onder laag- en middelbaar opgeleide groepen dan onder hoogopgeleiden.
Vertrouwen
Naast risicopercepties zijn ook vertrouwen in de werking van het vaccin en vertrouwen in de overheid belangrijke factoren die een rol spelen bij de vaccinatiebereidheid [
5]. Als er geen vertrouwen in de werking en effectiviteit van het vaccin is, zijn mensen minder bereid zich te laten vaccineren [
5]. Ook wanneer mensen geen vertrouwen hebben in de overheid, is hun bereidheid zich te laten vaccineren kleiner [
6,
7]. Zo laat Nederlands onderzoek zien dat mensen met meer vertrouwen in de overheid ook een hogere vaccinatiebereidheid hebben [
6]. Wantrouwen in de overheid en minder goede ervaringen met de overheid worden zowel in Nederland als in het buitenland meer gevonden in laagopgeleide groepen, dan in andere opleidingsgroepen [
8]. Cijfers van het vragenlijstonderzoek laten zien dat vertrouwen in de bescherming van het vaccin tegen het coronavirus lager is onder laag- (52%) en middelbaar opgeleiden (56%), dan onder hoogopgeleiden (71%). De angst voor bijwerkingen van het vaccin is onder laag- (26%) en middelbaar opgeleiden (25%) hoger dan onder hoogopgeleiden (15%). Vertrouwen in de aanpak van de overheid was daarentegen voor alle groepen vrijwel gelijk (laag 40%, middelbaar 40% en hoog 42%). Wanneer in verdiepende analyses rekening wordt gehouden met verschillen in vertrouwen in de aanpak van de Nederlandse overheid, leeftijd, geslacht en gezondheid, blijven verschillen in vaccinatiebereidheid tussen opleidingsgroepen zichtbaar. De kans dat mensen twijfelen of aangeven geen vaccin te willen is hoger onder laag- en middelbaar opgeleide groepen dan onder de hoogopgeleiden. Dit beeld verandert als vervolgens ook nog rekening wordt gehouden met vertrouwen in de werking en veiligheid van het vaccin. Dit suggereert dat het verband tussen opleidingsniveau en vaccinatiebereidheid grotendeels wordt verklaard door verschillen in vertrouwen in de werking en veiligheid van het vaccin.
Om mensen in staat te stellen zelf een weloverwogen keuze te maken om zich wel of niet tegen COVID-19 te laten vaccineren, is het belangrijk dat mensen gebruik kunnen maken van betrouwbare en begrijpelijke informatie (zie kader
1).
Interventiestrategieën
De kleinere vaccinatiebereidheid onder groepen met een lage opleiding vraagt om specifieke aandacht voor de zorgen en informatiebehoeften bij deze groepen. Daarbij zijn begrijpelijke informatie en vertrouwen in degenen die informatie over het vaccin verstrekken van belang. Het inzetten van sleutelfiguren en zorgverleners uit lokale gemeenschappen bij het verstrekken van COVID-gerelateerde informatie kan het vertrouwen in de werking en de veiligheid van COVID-19-vaccinaties bevorderen [
10]. Ook is het van belang aandacht te schenken aan de groep twijfelaars en in te gaan op hun specifieke vragen en behoeften.
Uit bestaande inzichten van de Corona Gedragsunit blijkt dat ook praktische barrières een belangrijke rol spelen bij het achterblijven van vaccinatiedeelname onder lagere sociaaleconomische groepen. Door het slechten van deze barrières, zoals de bereikbaarheid en toegankelijkheid van vaccinatielocaties, wordt het makkelijker om een vaccinatie te gaan halen, wat positief kan bijdragen aan de vaccinatiebereidheid. Het aanbod kan praktisch toegankelijker worden gemaakt door de vaccinatielocaties dicht bij de plek waar mensen wonen te plannen, en door het mogelijk te maken om zonder afspraak binnen te lopen.
Open Access This article is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License, which permits use, sharing, adaptation, distribution and reproduction in any medium or format, as long as you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons licence, and indicate if changes were made. The images or other third party material in this article are included in the article’s Creative Commons licence, unless indicated otherwise in a credit line to the material. If material is not included in the article’s Creative Commons licence and your intended use is not permitted by statutory regulation or exceeds the permitted use, you will need to obtain permission directly from the copyright holder. To view a copy of this licence, visit
http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/.