Abstract
Paranoïdie wordt vaak omschreven als overdreven argwaan en achterdocht en het bij voortduring gespitst zijn op mogelijke bedreigingen. Sommige paranoïde personen leven als kluizenaars, anderen zwerven en zijn niet of nauwelijks te bereiken voor hulpverleners, weer anderen hebben veelvuldig en vooral vijandig contact met de mensen in hun omgeving. Sommige mensen met paranoïdie worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Daar levert hun gedrag voor teams vaak problemen op wat betreft de dagelijkse omgang met anderen en de tijdige signalering van een verdere ontregeling. Vooral de gevolgen ’ agressie en de dreiging die van deze mensen kan uitgaan ’ stellen teams voor grote problemen. Toch zijn tot nu toe opvallend weinig artikelen met concrete richtlijnen voor het handelen gepubliceerd. De richtlijnen die wij hier bespreken, zijn daarom vooral gebaseerd op de uitkomsten van gesprekken met paranoïde cliënten. In dit artikel staan we stil bij de paranoïde ervaring en komen van daaruit vervolgens tot concrete richtlijnen in de dagelijkse omgang met cliënten met deze stoornis. Deze richtlijnen hebben tot doel de kwaliteit van leven en werken te verbeteren.
Noten
Zie Kuipers T (1995) Territoriale aspecten van de paranoïde psychose. Tijdschrift voor psychiatrie 37: 449-460; Van der Gaag M en Kuipers T (1990) Afstand en nabijheid met schizofrene patiënten. tvz/vakblad voor verpleegkundigen 16: 513-515
Van der Werf LJ (1998) Veiligheidsbeleid en het terugdringen van agressie en dwangmiddelengebruik. Praecox 19: 23-29
Zie Van der Werf LJ ea (1998) Signaleringsplannen, naar minder agressie en dwang in de psychiatrie. Lisse: Swets & Zeitlinger (p 55-59)
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Werkzaam als klinisch psycholoog en onderzoeker
Deze bijdrage is een beknopte bewerking van een artikel dat eerder verscheen in Praecox (1999) 22: 32-40.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van der Werf, B., Weijers, R. & Manders, R. Richtlijnen voor de omgang met mensen met een paranoïde psychose. PSYC 2, 73–76 (2000). https://doi.org/10.1007/BF03071853
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03071853