Skip to main content
Top

2019 | OriginalPaper | Hoofdstuk

10. De thoracale wervelkolom en ribben

Auteurs : D. L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De eerste paragrafen van dit hoofdstuk richten zich op de functionele aspecten van de thoracale wervelkolom, met een biomechanische uiteenzetting over de bouw en functie van de thoracale wervelkolom, de osteokinematica en de artrokinematica. Neurofysiologische paragrafen bevatten de segmentale relatie van de thoracale wervelkolom met het orthosympathische zenuwstelsel en de trofische omstandigheden van het bindweefsel. Er is aandacht voor de costovertebrale en costotransversale verbindingen en de functie van de ribben (osteokinematica en artrokinematica) tijdens de inademing en uitademing en de consequenties voor de mobiliserende behandeling. Voorts wordt gewezen op thoracale en costosternale pijn als rode vlag tijdens het screeningsproces. Speciale aandacht is er voor de patronenmatrix van de thoracale regio en in het bijzonder voor de morbus Bechterew, de morbus Scheuermann, (juveniele) osteoporose/osteopenie en het pseudocardiaal syndroom als indicatie voor manuele therapie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de beschrijving van 28 thoracale wervelkolom- en ribtechnieken, vergezeld van professionele instructievideo’s, duidelijke foto’s, helder geformuleerde opmerkingen en actuele achtergrondinformatie. Hiermee wordt de moderne manueeltherapeut in staat gesteld om klachten aan de thoracale wervelkolom en ribben optimaal te kunnen onderzoeken en behandelen.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Woordenlijst
belast
In een belaste oefen-, onderzoeks- of behandelsituatie draagt het te bewegen gewricht het volle lichaamsgewicht minus het gewicht van het onderliggende deel. Belast is bijvoorbeeld: zittend, staand of lopend.
cervicothoracaal
Hiermee worden de anatomische bewegingssegmenten C7-Th1 t/m Th3-Th4 bedoeld. Het bijzondere van deze regio is dat de wervels verbonden zijn met ribben, die ventraal via de costosternale verbindingen direct met het sternum zijn verbonden. Hierdoor is de mobiliteit van deze regio beperkt. Het bewegingssegment C7-Th1 hoort ook bij de midcervicale wervelkolom, omdat de facetgewrichten de vorm hebben van een midcervicale wervel. C7-Th1 wordt tot de cervicothoracale wervelkolom gerekend omdat Th1 verbinding heeft met de eerste ribben (links en rechts).
facetgewricht
De gewrichtsvlakken van de beide intervertebraalgewrichten op een wervel worden facetten genoemd. De facetgewrichten worden ook wel artt. zygapophysiales of artt. intervertebrales genoemd. Deze facetgewrichten spelen in de manuele therapie van de wervelkolom een centrale rol.
heterolateraal
De andere zijde van het lichaam van de patiënt. Dit kan betekenen:
– de andere dan de te behandelen of aangedane zijde (de manueeltherapeut staat aan de heterolaterale zijde van de patiënt in rugligging om een onbelaste manipulatie uit te voeren van de derde rib);
– de andere zijde dan waar (homoniem of heteroniem) naartoe wordt geroteerd met de CWK, ThWK of LWK.
Bij het beschrijven van de technieken worden de begrippen homolateraal en heterolateraal gebruikt om de termen links en rechts te vermijden.
heteroniem
Bij het driedimensionale bewegen van de wervelkolom kunnen zowel de flexie als extensie worden gecombineerd met lateroflexie en rotatie. Indien de rotatie- en lateroflexierichting tegengesteld zijn, is er sprake van een heteronieme flexie of extensie naar rechts of links. De rotatierichting is hiervoor bepalend. Heteronieme flexie van de CWK naar rechts betekent: flexie, lateroflexie links, rotatie rechts. De langere bindweefselplaten worden hierbij ontspannen. De cervicale wervelkolom wordt hiermee vergrendeld.
Osteokinematische beschrijving van de heteronieme bewegingen van de wervelkolom.
3D-beweging
flexie/extensie
lateroflexierichting
rotatierichting
heteronieme 3D-flexie rechts
flexie
lateroflexie links
rotatie rechts
heteronieme 3D-flexie links
flexie
lateroflexie rechts
rotatie links
heteronieme 3D-extensie rechts
extensie
lateroflexie links
rotatie rechts
heteronieme 3D-extensie links
extensie
lateroflexie rechts
rotatie links
homolateraal
Dezelfde zijde van het lichaam van de patiënt. De therapeut staat aan de homolaterale zijde van de patiënt betekent: de therapeut staat aan de zijde van de te behandelen schouder.
homoniem
Bij het driedimensionale bewegen van de wervelkolom kunnen zowel de flexie als de extensie worden gecombineerd met lateroflexie en rotatie. Indien de rotatie- en lateroflexierichting gelijk zijn, is er sprake van een homonieme flexie of extensie naar rechts of naar links. Vooral de lange bindweefselplaten aan de heterolaterale zijde worden hierbij gestrekt.
Osteokinematische beschrijving van de homonieme bewegingen van de wervelkolom.
3D-beweging
flexie/extensie
lateroflexierichting
rotatierichting
homonieme 3D-flexie rechts
flexie
lateroflexie rechts
rotatie rechts
homonieme 3D-flexie links
flexie
lateroflexie links
rotatie links
homonieme 3D-extensie rechts
extensie
lateroflexie rechts
rotatie rechts
homonieme 3D-extensie links
extensie
lateroflexie links
rotatie links
onbelast
In een onbelaste oefen-, onderzoeks- of behandelsituatie hoeft het te bewegen gewricht het bovenliggende lichaamsgewicht niet te dragen. De belasting kan worden opgevoerd van volledig onbelast (0 %) tot volledig belast (100 % van het bovenliggende lichaamsgewicht). Onbelast is bijvoorbeeld: liggend op de buik, zij of rug. Onbelast tot gedeeltelijk belast is bijvoorbeeld: onder water (hydrotherapie), met hulpmiddelen (met behulp van elleboogkrukken of loopbrug). Voorbeeld een onbelaste manipulatietechniek van de CWK wordt uitgevoerd in rugligging.
pseudocardiaal
Lijkend op afkomstig van het hart. Symptomen kunnen soms het beeld oproepen van een hartaandoening. Bijvoorbeeld: sternocostale pijnklachten als gevolg van een ribblokkade.
Voetnoten
1
Het ganglion cervicale inferius wordt samen met het ganglion thoracicum I ook ganglion stellatum genoemd.
 
2
Frontotransversale lijn (of afstand) = de horizontaal en dwars verlopende snijlijn van het frontale met het transversale vlak. Uitgaande van de anatomische stand.
 
3
Sagittotransversale lijn (of afstand) = de horizontaal en voor-achterwaarts verlopende snijlijn van het sagittale met het transversale vlak. Frontosagittale lijn (of afstand) = de verticaal verlopende snijlijn van het frontale met het sagittale vlak.
 
Literatuur
go back to reference Bergman, G. J. D. (2005). Manipulative therapy for shoulder complaints in general practice. Groningen: University of Groningen, (PhD). Bergman, G. J. D. (2005). Manipulative therapy for shoulder complaints in general practice. Groningen: University of Groningen, (PhD).
go back to reference Bron, C. (2011). Myofascial trigger points in shoulder pain. Prevalence, diagnosis and treatment. Nijmegen: Radboud University Nijmegen, (PhD). Bron, C. (2011). Myofascial trigger points in shoulder pain. Prevalence, diagnosis and treatment. Nijmegen: Radboud University Nijmegen, (PhD).
go back to reference De Morree, J. J. (2014). Dynamiek van het menselijk bindweefsel. Functie, beschadiging en herstel. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. De Morree, J. J. (2014). Dynamiek van het menselijk bindweefsel. Functie, beschadiging en herstel. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
go back to reference Guimberteau, J. C. (2006). Strolling under the skin. München: Elsevier. Guimberteau, J. C. (2006). Strolling under the skin. München: Elsevier.
go back to reference Head, H. (1893). On the disturbances of sensation, with special reference to the pain of visceral disease. Brain Research, 16, 1–133. Head, H. (1893). On the disturbances of sensation, with special reference to the pain of visceral disease. Brain Research, 16, 1–133.
go back to reference Paulsen, F., & Waschke, J. (2018). Sobotta, Deel 1 algemene anatomie en bewegingsapparaat (Bd. 1). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Paulsen, F., & Waschke, J. (2018). Sobotta, Deel 1 algemene anatomie en bewegingsapparaat (Bd. 1). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
go back to reference Putz, R. (1981). Funktionelle anatomie der wirbelgelenke. Stuttgart: Georg Thieme Verlag. Putz, R. (1981). Funktionelle anatomie der wirbelgelenke. Stuttgart: Georg Thieme Verlag.
go back to reference Van den Berk, T. (2003). Het mysterie van de herstenstam. Zoetermeer: Meinema. Van den Berk, T. (2003). Het mysterie van de herstenstam. Zoetermeer: Meinema.
go back to reference Van der El, A. (2010). Orthopaedic manual therapy diagnosis. Boston: Jones and Bartlett Publishers. Van der El, A. (2010). Orthopaedic manual therapy diagnosis. Boston: Jones and Bartlett Publishers.
go back to reference Waddell, G. (2004). The back pain revolution. London: Elsevier. Waddell, G. (2004). The back pain revolution. London: Elsevier.
Metagegevens
Titel
De thoracale wervelkolom en ribben
Auteurs
D. L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2255-8_10