Skip to main content
Top

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

11. De knieregio

Auteurs : D.L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In dit hoofdstuk is er ruime aandacht voor implementatie van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie en het preoperatieve traject. Er is wetenschappelijke onderbouwing voor het feit dat er veel te vroeg wordt geopereerd en er te weinig fysiotherapeutische behandeling en begeleiding wordt gegeven. In dit hoofdstuk worden hiervoor praktische oplossingen geboden op zowel het niveau van stoornissen (manuele therapie in enge zin) als activiteiten (graded activity). In de ‘dynamische concaviteit’ van de knie blijken alle betrokken anatomische structuren met elkaar verbonden te zijn conform het in dit boek gepropageerde ‘concept van de bindweefselplaten. Daarbij worden tal van aspecten besproken die verantwoordelijk kunnen zijn voor het ontstaan van aspecifieke kniepijn, zoals een gestoorde functie van de menisci en alle verbonden bindweefselplaten. Een kleine stagnatie in een van de ingenieuze hyaliene en fibrocartilagineuze glijsystemen kan de oorzaak zijn van aspecifieke (medisch onbegrepen) kniepijn. Specifieke kniepijn als gevolg van knieoperaties, kniefracturen en immobilisatie, maar ook diagnoses als de jumper’s knee, Baker-cyste, reumatoïde artritis, genu valgum, genu varum, genu recurvatum, gonartrose en loose bodies komen – naast de rode vlaggen en de Ottawa Knee Rules – eveneens aan bod.
Ook dit hoofdstuk kent weer een handige ‘patronenmatrix’. Toepassing van de theorie bieden de auteurs in de techniekclusters. Maar liefst 39 onderzoek- en behandeltechnieken worden uitgebreid beschreven en op video gedemontreerd.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Voetnoten
1
IHME = Institute for Health Metrics and Evaluation department of global health, Universiteit van Washington DC.
 
2
De spina iliaca anterior inferior is de proximale aanhechting van de m. rectus femoris. De SIAS ligt echter in het verlengde en is beter palpabel.
 
3
LR = Likelihood Ratio; zie de woordenlijst op de website.
 
4
Osteochondrose is een verzamelnaam voor vervormingen van bot en gewrichtskraakbeen ten gevolge van een ossificatiestoornis in de epifysairschijf. Voorbeelden zijn: osteochondritis dissecans (M93.2), ook wel genoemd: osteochondrosis dissecans in de knie of de ziekte van König (losse delen in het gewricht), maar ook de ziekte van Legg-Calvé-Perthes (femurkop), de ziekte van Kienböck (os lunatum), de ziekte van Osgood-Schlatter (tibia) en het syndroom van Köhler I (os naviculare pedis).
 
5
Bij het in rugligging maken van fietsbewegingen met de benen helpt de zwaartekracht mee met het afvoeren van statisch oedeem en het veneuze bloed. Tegelijkertijd zal de subchondrale stuwing in het botweefsel afnemen.
 
6
Gouden standaard: een erkende, ideale test met de hoogste mate van validiteit. Artroscopie geldt als beste normonderzoek, dat (bijna) 100% zekerheid verschaft over een totale ruptuur van het lig. cruciatum anterius.
 
7
LR+ = positieve likelihood ratio + (zie woordenlijst op website ‘Likelihood ratio’).
 
8
De keiharde en gladde kersenpit wordt weggeschoten door hem krachtig tussen duim en wijsvinger samen te knijpen.
 
Metagegevens
Titel
De knieregio
Auteurs
D.L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0592-6_11