Skip to main content
Top

2014 | wo | Boek

Anamnese en lichamelijk onderzoek van hart en perifere arteriën

Auteurs: J.P.M Hamer, P.G. Pieper, R.B.A. van den Brink

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Een patiënt met een mogelijke hart- of vaatziekte heeft belang bij een zorgvuldige anamnese als uitgangspunt voor de juiste diagnose en behandeling. Het lichamelijk onderzoek gaat daarbij hand in hand met het anamnestische gesprek. Dit onderzoek dreigde in de laatste jaren echter in het gedrang te komen door de populariteit van (beeldvormende) diagnostische technieken. Inmiddels zien velen weer in dat de bruikbaarheid van aanvullende technieken wordt bepaald door de juiste indicatie, gebaseerd op een gerichte anamnese.

De auteurs, allen met ruime ervaring in het medische onderwijs, behandelen op systematische wijze de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Zij benadrukken in dit rijk geïllustreerde handboek de voorspellende waarde van zowel anamnestische gegevens als bevindingen bij het lichamelijk onderzoek. De opgenomen fonocardiogrammen onderbouwen de waarde van auscultatie. De lezer wordt gewezen op gangbare fouten en misvattingen bij bloeddrukmeting. Meting van de centraalveneuze druk, door velen moeilijk gevonden, wordt in detail behandeld en met schema's en foto's ondersteund. Het boek verwijst naar webpagina's over auscultatie en lichamelijk onderzoek. Achtergrondinformatie wordt als kadertekst aangeboden, zodat de lezer voor meer of minder informatie kan kiezen.

Anamnese en lichamelijk onderzoek van hart en perifere arteriën ondersteunt de dagelijkse praktijk van studenten, coassistenten, arts-assistenten in uiteenlopende specialismen, cardiologen, huisartsen, physician-assistants en anderen die werkzaam zijn in de zorgsector en belangstelling hebben voor de diagnostiek van harten vaatziekten.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Anamnese
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt besproken: de anamnese bij patiënten die qua klachten mogelijk cardiovasculaire afwijkingen hebben. De anamnese en daarmee de volgorde en prioriteit van de vragen zijn afhankelijk van de hoofdklacht van de patiënt, het verloop van het gesprek en van een snelle inschatting van de ernst van de situatie. Uiteraard wordt de uitgebreidheid van een anamnese beïnvloed door de situatie waarin de patiënt verkeert. Bij acute, ernstige klachten duurt de dan zeer gerichte anamnese net lang genoeg om adequate vervolgdiagnostiek te kunnen kiezen.
Hieronder wordt een aantal hoofdklachten behandeld. Na een inleiding volgt de anamnese die bij die hoofdklacht past: borstklachten; kortademigheid; moeheid; hartkloppingen; voorbijgaand bewustzijnsverlies, wegraking; dikke enkels; buikpijn; gewichtsverandering; pijn in de extremiteiten; cyanose. De indeling is uiteraard kunstmatig, omdat klachten zelden geïsoleerd voorkomen.
Vervolgens worden een aantal aanvullende anamnestische gegevens besproken die van belang zijn: voorgeschiedenis; risicofactoren; familieanamnese; sociale anamnese; heteroanamnese.
J.P.M. Hamer, P.G. Pieper, R.B.A. van den Brink
2. Anatomie en fysiologie
Samenvatting
Dit hoofdstuk gaat in op de anatomie van de thorax en fysiologie van het hart. Een afwijkende bouw van de thorax kan zowel oorzaak als gevolg zijn van cardiale afwijkingen. In dit hoofdstuk wordt de ligging van het hart in de thorax beschreven, en hoe deze zich verhoudt tot oriëntatielijnen aan de buitenzijde van de thorax. Vervolgens worden de anatomie van het hart en het hartzakje besproken. Hierbij komen de kleppen en hun projectie aan de buitenzijde van de thorax aan bod, evenals atria en ventrikels. Ook is er uitgebreide aandacht voor intracardiale drukken en de functies van linker- en rechterventrikel. De effecten van druk- en/of volumebelastingen, respectievelijk hypertrofie en dilatatie, zijn van belang om de pathologie te kunnen begrijpen.
J.P.M. Hamer, P.G. Pieper, R.B.A. van den Brink
3. Onderzoek van hart en vaten
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft het onderzoek van hart en vaten. Hierbij horen ook afwijkingen in lichaamsbouw, cyanose, en de observatie van verschillende vormen van dyspnoe. Inspectie, palpatie en auscultatie zijn alle van belang bij het lichamelijk onderzoek. De inspectie van het hart, van de arteriën en van de venen wordt besproken. De techniek van inspectie en de mogelijke bevindingen van het pulsatiepatroon van de vena jugularis worden beschreven en verklaard, waaronder propgolven en het kikkerfenomeen.
De palpatie van pols, hart, perifere arteriën, lever en milt wordt behandeld.
De auscultatie komt uitgebreid aan de orde. De keuze voor een goede stethoscoop wordt besproken. Voor vastleggen van de bevindingen bij auscultatie werd vroeger de techniek van de fonocardiografie (inclusief polscurven) gebruikt. In dit boek zijn veel fonocardiogrammen opgenomen, omdat deze een leerzame illustratie vormen van wat met de stethoscoop kan worden gehoord.
Wat zijn de oorzaken van tonen en souffles? Wanneer is een souffle onschuldig?
Alle mogelijke auscultatiebevindingen, waaronder klepafwijkingen en shunts, worden uitgelegd, geïllustreerd en in verband gebracht met anamnese en andere bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Er zijn verwijzingen opgenomen naar websites die betrouwbare weergaven van hartgeluiden bieden.
J.P.M. Hamer, P.G. Pieper, R.B.A. van den Brink
4. Specifiek onderzoek
Samenvatting
Aanvullende onderzoeken zijn de bloeddrukmeting en het beoordelen van de centraalveneuze druk. De typen bloeddrukmeters worden besproken alsmede het belang van de juiste manchetbreedte. De methode van meting komt aan de orde en ook de vijf Korotkoff-fasen. Een ‘silent gap’ is een van de oorzaken van meetfouten. De ‘witte jassenhypertensie’ komt voor bij 12-25% van de patiënten. Ook wordt de bloeddrukmeting bij verdenking op coarctatie besproken inclusief de mogelijke bevindingen. De methode om de inspiratoire bloeddrukdaling en ‘pulsus paradoxus’ te boordelen komt aan de orde.
Meten of beoordelen van de centraalveneuze druk is belangrijk voor het opsporen van hartfalen, maar is niet altijd eenvoudig. De problemen bij het beoordelen van de centraalveneuze druk worden vereenvoudigd met behulp van veel tekenvoorbeelden en foto’s. De meetmethode met de veneuze boog wordt inzichtelijk gemaakt. De uitvoering van de methode en de interpretatie van de uitkomsten verschillen in de literatuur nogal. Dit wordt overzichtelijk naast elkaar gezet. De oorzaken van een verhoogde en van een verlaagde centraalveneuze druk worden besproken. Ten slotte komt de abdominojugulaire test aan de orde.
J.P.M. Hamer, P.G. Pieper, R.B.A. van den Brink
5. Onderzoek van andere orgaansystemen bij hartproblemen
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt een aantal mogelijke bevindingen bij het longonderzoek, daar waar het een relatie kan hebben met de hartfunctie, besproken: crepiteren, pleurawrijven, verlengd expirium en piepen, en de aanwezigheid van pleura-effusie.
Lever- en miltvergroting komen aan de orde, evenals ascites.
De relatie van diverse gewrichts- en spierklachten met cardiale afwijkingen wordt besproken.
J.P.M. Hamer, P.G. Pieper, R.B.A. van den Brink
Nawerk
Meer informatie
Titel
Anamnese en lichamelijk onderzoek van hart en perifere arteriën
Auteurs
J.P.M Hamer
P.G. Pieper
R.B.A. van den Brink
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0459-2
Print ISBN
978-90-368-0458-5
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0459-2