Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

16. Transplantatie en afstoting

Auteur : F. H. J. Claas

Gepubliceerd in: Leerboek immunologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Afstoting (rejectie) van een transplantaat berust op dezelfde immunologische reacties die een rol spelen bij de afweer tegen virussen en bacteriën. Afstotingsreacties tegen deze transplantatieantigenen kunnen uitsluitend worden voorkomen door selectie van een donor met exact dezelfde transplantatieantigenen als de patiënt (de ontvanger). Daarnaast heeft de ontwikkeling van steeds efficiëntere medicamenten om de afweer te onderdrukken geleid tot een enorme verbetering van de resultaten van orgaantransplantaties. Het probleem is echter dat deze medicamenten niet specifiek zijn in hun werking. Daardoor onderdrukken ze ook de afweer tegen micro-organismen en kanker, wat zich uit in een hogere incidentie van infecties en kanker bij transplantatiepatiënten. De afstoting van een getransplanteerd orgaan kan op drie manieren gebeuren: hyperacuut, acuut of chronisch. Stamceltransplantatie kan defecten in hematopoëse of immuunsysteem herstellen. Inductie van transplantatietolerantie kan bijdragen aan een betere orgaanoverleving.
Metagegevens
Titel
Transplantatie en afstoting
Auteur
F. H. J. Claas
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0258-1_16