Skip to main content
Top

2009 | Boek

Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep

Een behandelprotocol voor depressie

Auteur: Dina Snippe

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Interpersoonlijke psychotherapie wordt in Nederland geruime tijd toegepast. IPT is een kortdurende individuele psychotherapie die ontwikkeld is voor de behandeling van depressie. Het succes van IPT is vooral te danken aan haar praktische benadering. IPT is vastgelegd in een behandelprotocol en voldoet aan de criteria voor evidence based behandelen.Groepspsychotherapeut Dina Snippe heeft deze individuele psychotherapie als een van de eersten in Nederland toegepast in een ambulante groep (IPT-G). Dit boek is de weerslag van jarenlange ervaring met deze vorm van groepspsychotherapie. Vanzelfsprekend komen de verschillende technieken van IPT-G uitgebreid aan de orde. Er is ruim aandacht voor de ontwikkeling van het groepsproces. Aandachtspunten zijn: de rol van de therapeuten, co-therapie en het omgaan met suïcidaliteit. De laatste twee hoofdstukken zijn gewijd aan de opleiding en de meest recente ontwikkelingen op het gebied van IPT-G in Nederland.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Inleiding
Abstract
IPT is een kortdurende individuele psychotherapie, die is ontwikkeld voor de ambulante behandeling van depressieve patiënten. De methode is voor het eerst gepubliceerd door Klerman, Weissman, Rounsaville en Chevron (1984).
Dina Snippe
2. Interpersoonlijke psychotherapie (IPT)
Abstract
Zoals in de inleiding al vermeld is de theoretische onderbouwing van de werkzaamheid van IPT mager. In de laatste editie van het IPT-behandelprotocol (Weissman, Markowitz & Klerman, 2000) zijn bijvoorbeeld maar drie pagina’s aan de theorie gewijd. De naamgeving is gebaseerd op het werk van de Amerikaanse psychiater Sullivan. Kern van de publicaties van Sullivan is dat psychiatrische symptomen alleen begrepen kunnen worden in de (interpersoonlijke) context van de patiënt. In de naamgeving komt tot uiting dat IPT zich expliciet richt op de menselijke relaties buiten de therapiekamer en niet op de intrapsychische wereld zoals de toenmalige dominante richting in de VS deed. Door Klerman en Weissman worden Bowlby, Henderson en Weissman genoemd als belangrijke theoretici waar de behandeling op is gebaseerd.
Dina Snippe
3. Werkwijze bij individuele IPT
Abstract
Nadat de diagnose depressie is gesteld, wordt de ernst daarvan bij voorkeur aan de hand van een standaard meetinstrument vastgesteld. De diagnose wordt expliciet aan de patiënt verteld. Aan patiënten wordt uitgelegd dat de klachten niet zozeer hun schuld zijn of karakterologisch bepaald, maar dat ze lijden aan een veel voorkomende aandoening: een depressie. Sterke zelfbeschuldigende reacties die vaak bij een depressie voorkomen, kunnen op deze wijze tegengegaan worden. Hier gaan we ervan uit dat een goede anamnese en, indien mogelijk, een heteroanamnese zijn afgenomen om eventuele comorbide stoornissen ook in kaart te brengen.
Dina Snippe
4. Korte termijn groepstherapie
Abstract
Korte termijn groepstherapieën komen vanaf 1980 steeds meer voor in Nederland. Het is een vorm van korte dynamische groepstherapie, die is ontstaan op basis van de psychodynamische psychotherapie en de psychodynamische groepspsychotherapie (Berk 2003, 2005). Deze vorm van groepstherapie heeft de volgende kenmerken. Als eerste staat er een focus centraal gedurende de psychotherapie. Net als in de individuele korte termijn psychotherapie werkt men met een individueel doel, een focus. Met ieder groepslid wordt een focus afgesproken waar de behandeling zich op richt. Een tweede kenmerk is het accent op werken in het hier-en-nu. Als de focus is gericht op het verlies van de partner, dan zal men niet zoveel aandacht besteden aan het overlijden van de vader, maar, ook gezien de beperkte tijd snel teruggaan naar het laatste verlies in iemands leven.
Dina Snippe
5. Interpersoonlijke psychotherapie in een groep (IPT-G)
Abstract
Nadat bij een patiënt de diagnose depressie is gesteld, wordt tijdens één tot drie individuele gesprekken de focus bepaald. Dit is een techniek die bekend is van Luborsky (in Berk, 2005), die in zijn kortdurende steunende therapie voor depressie de focus ook voorafgaand aan de therapie afspreekt. De patiënten zijn met een folder (bijlage 1) al geïnformeerd over de groepstherapie. De individuele gesprekken zijn ook bedoeld voor het opbouwen van een werkrelatie en om de patiënt vertrouwd te maken met de wijze van werken in deze vorm van groepstherapie met een interpersoonlijke focus.
Dina Snippe
6. De werkwijze bij IPT-G
Abstract
De beginfase van de IPT-G omvat drie zittingen en staat in het teken van de kennismaking en de vorming van de groep. De eerste zitting start met een kennismaking in tweetallen. Groepsleden krijgen de opdracht om elkaar iets te vertellen over het probleem waarvoor zij in groepstherapie komen en iets over zichzelf: hobby, gezin of werk. Er wordt een vel papier bij gegeven, waarop het groepslid dit kan uitbeelden of opschrijven.
Dina Snippe
7. De behandeling bij de vier focussen in IPT-G
Abstract
Het is niet ongebruikelijk om een groot deel van de groepszittingen te besteden aan de rouwgerelateerde onderwerpen. De groep doet zich voor als een plaatsvervangend sociaal netwerk dat onvoldoende bereikbaar was rond het overlijden. Het delen van de diversiteit van rouwervaringen door de leden van de groep geeft een rijke bron van troost, zekerheid en correctieve heroriëntatie: ‘Ik weet precies wat je aan het doormaken bent, ik dacht ook dat ik er nooit overheen zou komen, maar ik deed het uiteindelijk wel en ik vond een stukje vrede betreffende de hele situatie.’ Een groep kan zulke eerlijke, opbouwende opmerkingen geven met grote ervaringsdeskundigheid. De therapeuten zijn inactief om ruimte te geven aan het zich ontwikkelende groepsproces. Zij letten erop dat de groep aan zijn taak blijft vasthouden en niet te hard of te snel een groepslid in een bepaalde richting duwt.
Dina Snippe
8. Technieken in IPT-G
Abstract
De groepstherapeutische technieken in IPT-G zijn de algemene technieken die in groepstherapieën gebruikt worden. Het zijn interventies die we terug vinden bij Wilfley e.a. (2000), Yalom en Leszcz (2005) en Snijders (2006).
Dina Snippe
9. De ontwikkeling van het groepsproces in IPT-G
Abstract
De groepsdynamiek is een belangrijk onderdeel van de werkwijze bij IPT-G. Onderlinge interacties tussen groepsleden, zoals het delen en leren van de ervaringen met de ander staat centraal. In de meeste vormen van korte termijn groepstherapie herkent men dezelfde fasen in de ontwikkeling van de groep als in een langer lopende groepstherapie. Ontwikkelingsfasen zijn te vinden bij Levine (1982), MacKenzie (1994) en Hoijtink (2001). Sommige auteurs beschrijven uitgebreid de overgangen tussen de verschillende fasen, zoals Levine die de overgangen markeert met crisissen. Als groepsleden de crisis goed doorkomen, kunnen ze pas de overgang naar de volgende fase succesvol doorlopen. Voor IPT-G worden de ontwikkelingsfasen volgens MacKenzie beschreven met een parallelfase, differentiatiefase, wederkerigheidsfase en een eindfase (Wilfley e.a., 2000).
Dina Snippe
10. Diverse aandachtspunten
Abstract
De therapeuten reageren, exploreren en verhelderen directer wat zich afspeelt in een korte termijngroep zoals bij IPT-G dan in lange termijn groepstherapieën (Berk, 2005). Ze zijn in het begin van de groepstherapie actief en steunend om een goede werkrelatie op te bouwen en scheppen daardoor identificatiemogelijkheden. De therapeuten accentueren de realiteit en gaan regressie tegen door hun semigestructureerde werkwijze en actieve rol. Ze tonen hun meeleven met de patiënten als ze over moeilijke situaties en nare ervaringen vertellen. De therapeuten zijn niet neutraal. Ze kiezen positie als ze bijvoorbeeld vinden dat de relatieproblemen het leven van de patiënt moeilijker maken of de werkomstandigheden vervelend zijn voor de patiënt. Aan de patiënt laten de therapeuten merken hoe zij zich voelen.
Dina Snippe
11. Pilotonderzoek naar de effecten van IPT-G
Abstract
In het pilotonderzoek zijn de effecten van IPT-G bij de behandeling van depressie geëvalueerd. Van negen groepen (n =60) werden drie keer vragenlijsten afgenomen: de eerste keer voor de start van de groepstherapie, de tweede keer aan het einde van de behandeling, voor de veertiende zitting, en de derde keer bij de laatste follow-upsessie, zeven maanden na het beëindigen van de groepstherapie.
Dina Snippe
12. IPT-G in een GGZ-instelling
Abstract
Bij het opzetten van een gesloten groep, zoals een IPT-groep, kost het enige tijd om de patiënten voor de start van de groep te verzamelen. Voor verwijzingen wordt de informatiefolder voor patiënten (zie bijlage 1) en een A4-tje met informatie voor de verwijzers (zie bijlage 3) onder collega’s verspreid.
Dina Snippe
13. Opleiding
Abstract
De IPT-opleiding start met een driedaagse cursus. Na de cursus wordt sterk de nadruk gelegd op supervisie en trouw te zijn in het volgen van het IPT-behandelprotocol. In 2008 is de Nederlandse Vereniging voor IPT opgericht. Via de website www.iptnederland.nl kunt u zich verder informeren over de opleiding en registratie tot IPT-therapeut.
Dina Snippe
14. Nieuwe ontwikkelingen in het toepassen van IPT-G in Nederland
Abstract
Interpersoonlijke en sociaalritmetherapie (IP-SRT) werd vanuit de VS geïntroduceerd als een nieuwe psychotherapeutische behandeling voor patiënten met een bipolaire stoornis (Frank, 2005). Een stabiel sociaal ritme verkleint de kans op een manische en/of depressieve episode. Bij de afdeling Depressie van PsyQ in Den Haag heeft men een open naturalistische studie gedaan naar de haalbaarheid en effectiviteit van in groepsverband aangeboden IP-SRT als aanvulling op de standaardbehandeling. De groepstherapie bestaat uit zestien wekelijkse zittingen en twee follow-upsessies, drie maanden en zes maanden na het beëindigen van de groepstherapie. Uit de resultaten van de eerste twee groepen (n =18 met 1 drop-out) blijkt dat het sociale ritme zich stabiliseert tijdens de groepstherapie en er werd een correlatie gevonden tussen verbetering van de sociaalritmescore en afname van psychiatrische symptomen.
Dina Snippe
Nawerk
Meer informatie
Titel
Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep
Auteur
Dina Snippe
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6928-7
Print ISBN
978-90-313-6927-0
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6928-7