Skip to main content
Top

2009 | wo | Boek

Dermatovenereologie voor de eerste lijn

Auteurs: Dr. J.H. Sillevis Smitt, Dr. J.J.E. van Everdingen, Prof. dr. H.E. van der Horst, Prof. dr. Th.M. Starink

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

In Dermatovenereologie voor de eerste lijn wordt een uitgebreid en goed toegankelijk overzicht gegeven van de dermatologie en venereologie. Op basis van deze uitgave kan iedere medicus aan de hand van morfologische en topografische kenmerken van een aandoening op de huid en de aangrenzende slijmvliezen snel een differentiële diagnose stellen en zich een indruk vormen van de therapeutische mogelijkheden. Bij het Bespreken van de aandoening komen achtereenvolgens het klinisch beeld, het voorkomen, de pathofysiologie, de diagnostiek, de behandeling en eventueel het beloop en het moment van verwijzen aan de orde.Naast hoofdstukken over bijzondere aandachtsgebieden zoals psychodermatologie en fotodermatologie is er speciale aanacht voor dermatosen die voorkomen bij mensen in een bepaalde levensfase, zoals zwangere vrouwen, ouderen en kinderen.In deze achtste, geheel herziene druk van Dermatovenereologie voor de eerste lijn zijn vele nieuwe ontwikkelingen en inzichten opgenomen en is aandacht besteed aan het actualiseren van de referenties. Alle hoofdstukken zijn vernieuwd en geactualiseerd en er is een nieuw hoofdstuk over cosmetische dermatologie toegevoegd. De bijgevoegde cd-rom met fotomateriaal is niet alleen bedoeld ter illustratie van het boek, maar is tevens een uitstekend midden ziektebeelden nog beter te duiden. Bovendien vullen de teksten in het boek en op de cd-rom elkaar aan, waardoor zowel het boek als de cd-rom zich zeer goed lenen voor zelfstudie. Het uitgebreide register maakt het boek bij uitstek geschikt als naslagwerk.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Bouw en functie van de huid
Samenvatting
De huid is het grootste orgaan van het lichaam en is behalve beschermend omhulsel ook een orgaan dat van groot belang is bij intermenselijk contact (blozen, voelen, transpireren) en bij het bewaren van een evenwicht tussen het interne milieu en de omgeving.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
2. Anamnese en dermatologische inspectie
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden hulpmiddelen aangereikt voor het stellen van een dermatologische diagnose. De pijlers hiervoor zijn de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Dat laatste omvat een inspectie van de (gehele) huid, haren, nagels en aangrenzende slijmvliezen; aanvullend kan palpatie plaatsvinden.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
3. Aanvullend onderzoek
Samenvatting
Na het morfologisch onderzoek is soms aanvullend onderzoek noodzakelijk. Enkele van de onderzoeksmethoden zijn zo specifiek dermatologisch dat ze hieronder uitgebreider zullen worden besproken.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
4. Het voorkomen van huidaandoeningen
Samenvatting
Huidaandoeningen vormen een substantieel deel (bijna 15%) van het probleemaanbod op het spreekuur van de Nederlandse huisarts. Zowel de Nijmeegse Continue Morbiditeits Registratie (cmr) als de tweede Nationale Studie (ns2) van het Nivel bieden gegevens over de verdeling van een aantal huidaandoeningen in de huisartsenpraktijk (zie tabel 4.1).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
5. Dermatotherapie
Samenvatting
Bij het woord dermatotherapie zal men in eerste instantie denken aan de uitwendige behandeling van huidaandoeningen. Dat is ook de meest gebruikte therapiemodaliteit in de huisartsen- en in de dermatologische praktijk. Het grootste deel van dit hoofdstuk is daar dan ook aan gewijd.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
6. Erythemateuze dermatosen
Samenvatting
Erytheem is roodheid van huid en/of slijmvliezen die onder druk verbleekt en die ontstaat ten gevolge van vaatverwijding. De wegdrukbaarheid is zichtbaar te maken door met een glaasje druk uit te oefenen op de rode huid (diascopie). Erytheem treedt als eerste verschijnsel bij zeer veel dermatosen op.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
7. Erytrodermie
Samenvatting
Erytrodermie is een ziektebeeld waarbij de gehele of bijna gehele huid diffuus rood is en afhankelijk van de oorzaak ook kan schilferen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
8. Erythematosquameuze dermatosen, waaronder psoriasis vulgaris
Samenvatting
Het gelijktijdig optreden van roodheid en schilfering is bij een groot aantal huidziekten het belangrijkste kenmerk. Men spreekt dan van erythemato (papulo)squameuze dermatosen. Deze groep is onder te verdelen in essentieel en facultatief erythemato(papulo)squameuze huidziekten (tabel 8.1).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
9. Eczemateuze dermatosen
Samenvatting
Soms wordt de naam dermatitis gebruikt, vooral in de Engelstalige literatuur. Van dermatitis wordt in de Nederlandse literatuur gesproken als de ontsteking voornamelijk de dermis (cutis) betreft. De term dermatitis wordt ook wel voor ortho-ergisch contacteczeem gebruikt, vooral ter onderscheiding van allergisch contacteczeem. Om praktische redenen wordt in dit hoofdstuk alleen de term eczeem gebruikt.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
10. Pruritus
Samenvatting
Jeuk is een onaangename huidsensatie die tijdelijk verlicht wordt door wrijven of krabben. De prikkeldrempel voor jeuk is sterk individueel bepaald en wordt mede beïnvloed door onder andere cerebrale (gevoeligheid voor en hoogte van neurotransmitters) en psychische verwerking, maar ook door omstandigheden zoals ongerustheid en stress.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
11. Papuleuze dermatosen
Samenvatting
In dit hoofdstuk komen alleen die dermatosen ter sprake waarbij de papel de enige of de belangrijkste efflorescentie is (zie ook cd-rom: hoofdstuk 4). De papuleuze dermatosen worden wel ingedeeld naar het niveau van de histopathologische veranderingen in de huid: epidermaal, dermaal en gemengd epidermaal/dermaal.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
12. Urticaria
Samenvatting
Urticaria (zie ook cd-rom 5:4 e.v.) is een vasculair reactiepatroon dat zich uit in plotseling optredende en meestal in korte tijd weer spontaan verdwijnende, vaak jeukende kwaddels (urticae). Synoniemen zijn galbulten en netelroos.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
13. Nod(ul)euze dermatosen
Samenvatting
Een nodus is een circumscripte palpabele weerstand in de cutis of subcutis gelegen, al dan niet boven de huid verheven, > 1 cm, over het algemeen genezend met littekenvorming; als de laesie < 1 cm is, spreekt men van een nodulus. Het anatomische substraat van nodeuze afwijkingen kan zeer verschillend zijn en variëren van een (granulomateuze) ontstekingsreactie, celwoekering, weefselvermeerdering, stapeling van stofwisselingsproducten en cyste tot corpus alienum.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
14. Benigne huidtumoren
Samenvatting
Benigne tumoren kunnen zich morfologisch op verschillende manieren presenteren: als papel, nodulus, nodus, tuber of ulcus. De indeling van de meest voorkomende huidtumoren op basis van de inspectie is weergegeven in tabel 14.1. In de bespreking van de diverse tumoren zal de huidlaag waaruit ze voortkomen de volgorde bepalen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
15. Premaligne en maligne huidtumoren
Samenvatting
Premaligne dermatosen (hiertoe rekent men ook diverse chronische dermatosen waaruit zich bij uitzondering een maligniteit ontwikkelt) kunnen ontaarden in maligniteiten, maar doen dit niet altijd. (tabel 15.1).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
16. Vesiculobulleuze dermatosen
Samenvatting
Een vesicula is een zichtbare intra-epidermale holte, kleiner dan 1 cm, gevuld met helder vocht. Een bulla is groter dan 1 cm.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
17. Pustuleuze dermatosen
Samenvatting
Een pustula is een zichtbare holte, gevuld met purulent al of niet steriel vocht, kleiner dan 1 cm. Een pustel droogt in tot een geelbruine korst. Bij loslaten van de crusta ontstaat een collerette (schilferkraagje). Pustulae kan men indelen naar lokalisatie in de huid.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
18. Ulcereuze dermatosen waaronder ulcus cruris en decubitus
Samenvatting
Een ulcus is een defect van de huid tot in de dermis of subcutis, met geen of geringe genezingstendens, ontstaan na voorafgaande huidverandering. Als het ulcus geneest, gebeurt dit vanuit de wondranden. Vele nodeuze huidafwijkingen kunnen ook ulcereren; vandaar dat de indeling van de ulcereuze dermatosen (tabel 18.1) gelijkenis vertoont met die van de nodeuze dermatosen (zie hoofdstuk 13).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
19. Folliculosen waaronder acne vulgaris
Samenvatting
In de follikels kunnen zich naast infecties ook keratotische of cysteuze veranderingen voordoen. Enkele afwijkingen aan follikels en talgklieren (folliculosen) worden niet hier maar in andere hoofdstukken besproken (zie tabel 19.1). Hier komen acnevarianten, demodexfolliculitis, rosacea en dermatitis perioralis, chemische folliculitis en de follikelcysten aan de orde.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
20. Trichosen
Samenvatting
Onder trichosen verstaat men aandoeningen en afwijkingen van de haren. De haarfollikels, waaruit de haren groeien, ontstaan rond de derde embryonale maand als instulpingen van het epitheel. Ze worden over de gehele huid aangelegd, behalve op de handpalmen en voetzolen (zie ook par. 13.1). De hoofdhuid bevat gemiddeld 100.000 haren.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
21. Onychosen
Samenvatting
Onder de term onychosen verstaat men afwijkingen van de nagel en het nagelbed. De nagels zijn evenals de haren ontstaan uit invaginaties van het embryonale epitheel, gelokaliseerd aan de dorsale zijde van het uiteinde van vingers en tenen (figuur 21.1). Nagelafwijkingen komen zeer veel voor. Soms kunnen zij ons op het spoor brengen van elders gelokaliseerde ziektebeelden.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
22. Hidrosen
Samenvatting
Hidrosen zijn afwijkingen van de eccriene of apocriene zweetklieren. De apocriene zweetklieren worden door de adrenerge vezels van de nervus sympathicus geïnnerveerd. Zij produceren hun secreet (dat iets muceuzer is dan dat van de eccriene zweetklieren) zodanig dat een deel van de cel met het secreet mee wordt afgestoten.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
23. Keratosen
Samenvatting
Een keratose is een zichtbare verdikking van het stratum corneum. Keratosen zijn huidziekten waarbij deze verdikking een van de belangrijkste kenmerken is. Hyper(ortho)keratose (een verdikking van de hoornlaag met normale verhoorning) en parakeratose (een verdikking van de hoornlaag waarbij de pycnotische kernen van de keratinocyten in het stratum corneum aanwezig blijven) zijn histopathologische begrippen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
24. Dyschromiëen
Samenvatting
De normale kleur van de huid wordt voornamelijk bepaald door melaninepigment. Daarnaast spelen hemoglobine, carotenoïden en de hoornlaag een rol (zie par. 1.6). Etnische verschillen zijn gerelateerd aan aantal, vorm en distributie van de melanosomen. Melanosomen zijn de organellen van de melanocyten die het melanine bevatten (zie ook par. 1.1.3).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
25. Purpura
Samenvatting
Purpura (bloeduitstorting) is een verkleuring van de huid die berust op extravasatie van erytrocyten. In de praktijk wordt de term meestal gebruikt bij kleinere, vaak puntvormige bloedingen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
26. Geneesmiddelenerupties
Samenvatting
Bijwerkingen van geneesmiddelen komen veel voor. Maximaal 20% van deze bijwerkingen betreft huidverschijnselen. Geneesmiddelenerupties zijn alle ‘niet-gewenste’ huid- en slijmvliesreacties op geneesmiddelen. Het betreft een gevarieerde groep huidverschijnselen die worden veroorzaakt door medicamenten die voor therapeutische en soms ook voor diagnostische en preventieve doeleinden worden gebruikt.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
27. Fotodermatologie
Samenvatting
Licht speelt in de dermatologie een belangrijke rol, zowel bij het ontstaan van fotodermatosen als bij de therapie van bepaalde huidziekten. Vooral de golflengten in het elektromagnetische stralingsspectrum van 280-400 nm zijn van belang. De golflengten die worden aangeduid met ultraviolet A (uv-A) (315-400 nm) en ultraviolet B (uv-B) (280-315 nm) behoren hiertoe.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
28. Immunodermatosen
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden enkele ernstige dermatosen besproken waarvan de pathogenese grotendeels berust op een stoornis in het immuunsysteem. Veelal zijn bij deze ziekten behalve de huid ook andere organen aangedaan. De belangrijkste immuunziekten waarbij de huid in het ziekteproces is betrokken, zijn opgesomd in tabel 28.1.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
29. Dermadromen
Samenvatting
Talrijke functiestoornissen of ziekten van orgaansystemen (vooral interne organen) kunnen huidveranderingen tot gevolg hebben. Soms kan een specifieke dermatose de arts op het spoor brengen van orgaanlijden. De huidafwijking heeft dan als het ware een signaalfunctie: het complex van huidafwijking + orgaanziekte noemt men wel ‘dermadroom’.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
30. Genodermatosen
Samenvatting
Genodermatosen zijn huidziekten waarbij erfelijke factoren centraal staan bij het tot expressie komen van de ziekte. In dit hoofdstuk gaat het om monogene aandoeningen. Er zijn ook huidziekten waarbij diverse erfelijke factoren naast (soms) onbekende prikkels beslissend zijn voor de mate en de vorm waarin zij tot uiting komen. Een voorbeeld daarvan is psoriasis.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
31. Afwijkingen van het mondslijmvlies
Samenvatting
De mond is het terrein van verschillende medici. Huisarts, kno-arts, gastro-enteroloog, tandarts, kaakchirurg en dermatoloog, zij allen worden dagelijks met mondafwijkingen geconfronteerd. De dermatoloog ziet vooral afwijkingen die zowel op de huid als op de slijmvliezen gelokaliseerd zijn (zie tabel 31.1 en 31.2). De specifieke tong-, tandvlees- en lipafwijkingen worden hieronder besproken.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
32. Zwangerschap en dermatosen
Samenvatting
Tijdens de graviditeit kunnen verschillende soorten huidverschijnselen voorkomen:
  • fysiologische veranderingen van de normale huid;
  • huidziekten die vrijwel alleen tijdens een zwangerschap voorkomen;
  • bestaande huiderupties die door graviditeit worden beïnvloed.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
33. Psychodermatologie
Samenvatting
Psychodermatologie is het onderdeel van de dermatologie dat zich bezighoudt met psychologische factoren (emoties, stress) die, naast somatische factoren, van belang kunnen zijn bij het ontstaan, het verloop en de behandeling van huidziekten. De literatuur geeft aan dat psychologische factoren bij ten minste 40% van alle huidziekten een rol spelen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
34. Pyodermiëen
Samenvatting
Pyodermieën zijn besmettelijke huidziekten die over het algemeen worden veroorzaakt door Staphylococcus aureus en/of Streptococcus pyogenes en die meestal gepaard gaan met zichtbare pusvorming. Hierbij vermenigvuldigen zich de micro-organismen op de huid zonder dat er sprake is van een zichtbare pre-existente huidafwijking (primair).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
35. Virale huidaandoeningen
Samenvatting
In dit hoofdstuk bespreken we mollusca contagiosa, herpesinfecties en de virale exanthemen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
36. Schimmelziekten en verwante huidinfecties
Samenvatting
De meeste schimmels en gisten breken plantaardig materiaal af. Ze leven vooral in associatie met planten, waar ze mineralen absorberen ten behoeve van deze planten en ‘in ruil daarvoor’ suikers krijgen voor hun voeding. Toch zijn er ook schimmels die bij de mens op de huid voorkomen en leven, ze gebruiken keratine als voedingsstof.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
37. Epizoönosen
Samenvatting
Epizoönosen zijn huidziekten die worden veroorzaakt door dierlijke parasieten die hun voedsel op of in de huid zoeken. Al deze ectoparasieten (parasieten die op de buitenkant van een ander organisme leven) behoren tot de Arthropoda (geleedpotigen). De belangrijkste vertegenwoordigers hiervan voor de mens zijn weergegeven in tabel 37.1.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
38. Huidaandoeningen op de kinderleeftijd
Samenvatting
De huid van een kind verschilt niet van die van een volwassene. Hooguit is bij hen op de handpalmen en voetzolen een minder dikke hoornlaag aanwezig dan bij volwassenen. Ook de barrièrefunctie van de huid is bij kinderen gelijk aan die bij volwassenen.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
39. Huidaandoeningen op oudere leeftijd
Samenvatting
Een verouderde huid wordt gekenmerkt door het dunner worden van de epidermis en dermis en door verlies van elasticiteit in de dermis. Hierdoor ontstaan rimpels en een losse, uitzakkende huid met plooien. Ook neemt het aantal zweet- en talgklieren af, waardoor de huid minder beschermende talg aanmaakt en sneller uitdroogt.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
40. Cosmetische dermatologie
Samenvatting
In de cosmetische dermatologie speelt de bestrijding van het ouder worden van de huid een grote rol. Een jong uitziende huid op oude leeftijd is maar weinigen gegund. Jonge mensen zien er graag goed uit en daarbij hoort momenteel het zorgen voor een bruin kleurtje door middel van de zon (of bruiningsapparatuur).
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
41. Seksueel overdraagbare aandoeningen
Samenvatting
Onder seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) verstaat men infecties die seksueel kunnen worden overgebracht door middel van huid- en/of slijmvliescontact.
J.H. Sillevis Smitt, J.J.E. van Everdingen, H.E. van der Horst, Th.M. Starink
Nawerk
Meer informatie
Titel
Dermatovenereologie voor de eerste lijn
Auteurs
Dr. J.H. Sillevis Smitt
Dr. J.J.E. van Everdingen
Prof. dr. H.E. van der Horst
Prof. dr. Th.M. Starink
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6808-2
Print ISBN
978-90-313-5319-4
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6808-2