In deze studie wordt vastgesteld wat de incidentie en diagnostische opbrengst is van aanvullend onderzoek bij licht schedelhersenletsel (LSH) in de regio Gelderland-Zuid. De gevolgen voor de gezondheidszorg daarvan worden beschreven in termen van de hoeveelheid aanvullend onderzoek, de opbrengst daarvan en het aantal ziekenhuisopnamen.
In een database werden ongevalsgegevens, bevindingen uit neurologisch onderzoek, aanvullend onderzoek en eventuele opnamegegevens vastgelegd van patiënten bij wie de diagnose LSH werd gesteld na onderzoek door een neuroloog, op de afdeling Spoedeisende Hulp van de twee deelnemende ziekenhuizen, tussen juni 2005 en juni 2006.
Er werden 845 patiënten geïncludeerd. De meest voorkomende toedracht van het letsel was een verkeersongeval. De overgrote meerderheid van de letsels (85%) werd geclassificeerd als LSH categorie 3 (LSH3: bewustzijnsverlies en/of risicofactoren voor intracranieel letsel). De incidentie van LSH in de regio Gelderland-Zuid was 338/100.000. Op 95 van de 686 CT-scans (14%) werden afwijkingen gevonden. Neurochirurgische behandeling werd bij drie patiënten (0,5%) toegepast. In 483 van de gevallen (57%) volgde opname in het ziekenhuis (opname-incidentie 193/100.000).
Conclusie: LSH is een veelvoorkomende aandoening op de afdelingen Spoedeisende Hulp van de ziekenhuizen in de regio Gelderland-Zuid. Huidige richtlijnen voor neurologische consultatie en richtlijnen voor aanvullend onderzoek resulteren in een hogere opbrengst van CT-afwijkingen dan toen deze richtlijnen nog niet beschikbaar waren. Ondanks deze richtlijnen is het aantal abnormale CT-bevindingen dat neurochirurgische behandeling behoeft, laag. De betekenis van geringe traumatische afwijkingen op de CT-scan moet nader worden onderzocht.