Patiënten met een congenitale of chronische kinderurologische aandoeningen zijn vanaf de geboorte of jonge leeftijd onder behandeling bij een kinderuroloog of kinderarts. Sommige van deze kinderen hebben levenslang zorg nodig. De overdracht van kinder- naar volwassen zorg vindt meestal plaats rond de leeftijd van 18 jaar. Deze vindt dus plaats in de levensfase die we adolescentie noemen en die gepaard gaat met een stormachtige ontwikkeling op lichamelijk, psychologisch en maatschappelijk gebied. Een goede transitie naar volwassenenzorg is belangrijk om medische redenen, maar ook met het oog op welzijn van de adolescent. De transitie gaat niet vanzelf, maar is een actief proces waarbij de inzet gevraagd wordt van de jongere zelf, maar ook van ouders en zorgverleners. Een belangrijk doel van transitie is het zelfstandig worden van de jongere, zodat deze in staat is zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen gezondheid.