Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Praktische Huisartsgeneeskunde 4/2017

01-08-2017 | Vraag om hulp bij levenseinde vaak gebaseerd op eenzaamheid

Levenseindevraag blijft lastig voor huisarts

Auteur: Bohn Stafleu van Loghum

Gepubliceerd in: Praktische Huisartsgeneeskunde | Uitgave 4/2017

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

De discussie over hulp bij zelfdoding bij patiënten die klaar zijn met leven is de laatste tijd in een stroomversnelling gekomen. Zelfs kabinetsformaties dreigen er al dan niet door te mislukken. Feit blijft dat het een probleem is voor de huisarts die met deze vraag wordt geconfronteerd.
Inleiding
De discussie over hulp bij zelfdoding bij patiënten die klaar zijn met leven is de laatste tijd in een stroomversnelling gekomen. Zelfs kabinetsformaties dreigen er al dan niet door te mislukken. Feit blijft dat het een probleem is voor de huisarts die met deze vraag wordt geconfronteerd.

Wat zijn de belangrijkste redenen voor euthanasie?

Pijn is een van de onderdelen van de euthanasieverzoeken. Daarbij valt altijd het begrip ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Maar pijn is maar een heel klein onderdeel van alle verzoeken. Eigenlijk gaat het bij het verzoek bijna altijd om de te verwachten ontluistering, het verlies van waardigheid, schrijft docent rechtsgeleerdheid en filosoof Jasper Doomen in Psychopraktijk in 2014. Uit onderzoek blijkt een sterke toename van het percentage ouderen dat zich kan voorstellen een verzoek om euthanasie te zullen doen of over een zelfdodingspil te willen beschikken. Het introduceren van een dergelijk middel ligt politiek gevoelig.
Levensmoeheid wordt nog niet erkend als criterium om euthanasie of medische hulp bij zelfdoding toe te staan net zomin als een voltooid leven. Als de pil slechts aan ouderen ter beschikking wordt gesteld, moet bovendien voor jongeren die met dezelfde problemen kampen alsnog een oplossing gezocht worden. Doomen denkt aan gevallen die buiten het bereik van de wet vallen. “Hier wordt een domein betreden dat zich bij uitstek leent voor een medisch-ethische reflectie, omdat hier vragen rijzen waarop de medische professie geen antwoord kan geven.”

Wat zegt de wet?

Dit laatste werd duidelijk in de zaak Brongersma, waarin een huisarts werd veroordeeld voor hulp bij zelfdoding omdat aan de voornaamste inhoudelijke criteria voor medische hulp bij zelfdoding, namelijk dat sprake moet zijn van het genoemde uitzichtloos en ondraaglijk lijden, niet was voldaan. Zoals de Hoge Raad het uitdrukt: De door een huisarts te verlenen integrale zorg aan patiënten [...] kan meebrengen dat hij zich voor de taak gesteld ziet om het lijden van een patiënt te verlichten dat niet of niet in overwegende mate zijn oorzaak vindt in een somatische of psychische aandoening,maar het gevolg is van het ontbreken van levensperspectief. Omdat die arts zich dan evenwel begeeft op een terrein dat buiten zijn professionele competentie ligt, zal hij zich niet als medicus een oordeel mogen vormen over de ondraaglijkheid, de uitzichtloosheid en onbehandelbaarheid van dat lijden.

Is er sprake van een te rooskleurig beeld?

Dat het genuanceerd ligt, liet onderzoekster Els van Wijngaarden twee jaar geleden zien in haar promotieonderzoek dat zij verrichtte aan de Universiteit voor Humanistiek. De term voltooid leven schetst een te rooskleurig beeld, stelde de onderzoekster. In gesprekken met ouderen hoorde zij telkens dezelfde vijf klachten: eenzaamheid, er niet meer toe doen, het onvermogen om zichzelf te uiten, geestelijke of lichamelijke vermoeidheid en een aversie tegen afhankelijkheid. Het begrip voltooid leven wekt volgens haar ten onrechte de indruk dat ouderen die om die reden hun leven willen beëindigen, vinden dat het wel mooi is geweest. ‘In het publieke debat wordt voltooid leven gezien als een voldongen feit, waar we een regeling voor moeten treffen. Daarmee poetsen we belangrijke maatschappelijke problemen weg’, aldus Van Wijngaarden in dagblad Trouw.
Interventies bij vier soorten eenzaamheid
PERSISTENTIE
TYPE INTERVENTIE
DREIGENDE EENZAAMHEID
- Belemmeringen voor participatie weghalen
 
- Preventieve interventies: hulp bij rouwverwerking, mantelzorgondersteuning
 
- Toeleiding naar groepsactiviteit
 
- Inzet van vrijwilligers
 
- Relatief kort traject
SITUATIONELE EENZAAMHEID
- Belemmeringen voor participatie weghalen
 
- Individuele begeleiding door professional
 
- Doorverwijzing naar specialistische hulp
 
- Toeleiding naar groepsactiviteit
 
- Relatief korte, intensieve trajecten
STRUCTURELE EENZAAMHEID
- Praktische problemen oplossen
 
- Monitoren door professional
 
- Geen inzet van vrijwilligers mogelijk
 
- Langdurig traject, intensief
STRUCTURELE EENZAAMHEID MET PSYCHIATRIE
- Begeleiding bij dagelijks functioneren
 
- Emotionele en psychische steun
 
- Doorverwijzing naar specialistische hulp
 
- Langdurige, intensieve trajecten

Wat betekent dat voor huisartsen?

‘De kunst voor de huisarts die wordt geconfronteerd met de doodswens vanwege een voltooid leven, is om niet direct in oplossingen te denken’, stelt Van Wijngaarden ook in Trouw. ‘Het beste uitgangspunt is exploreren. ‘U zegt nogal wat, vertel eens’. Wat het hierbij lastig maakt, is dat mensen heel eisend kunnen zijn en van de huisarts verwachten dat het geregeld wordt. ‘Dat leidt tot paniek bij de huisarts: O help, wat komt er nu op me af.’ Het is dan zaak niet meteen in oplossingen te denken, maar het heel open te benaderen. Te vragen waarom de wens om het leven te beëindigen speelt, hoe vaak en in welke omstandigheden. Dat zijn trage, existentiële vragen, maar ze helpen wel om tot echt contact te komen. Oplossingen bieden gaat voorbij aan de ervaring van het nu. Laat iemand dus vertellen, dan kun je hem beter begrijpen en help je hem om het complete en complexe verhaal neer te zetten. Het levert een heel ander gesprek op, dat ook de ruimte geeft om te vragen wat iemand zou helpen.’

Is eenzaamheid de meest genoemde reden?

Veel is volgens Van Wijngaarden gebaseerd op eenzaamheid waarvan volgens de Canadese filosoof John G. McGraw maar liefst tien vormen bestaan. Van Wijngaarden schrijft samen met Anne-Mei The in Bijblijven dat luisteren bij eenzaamheid de belangrijkste interventie is. Hoewel eenzaamheidsinterventies in sommige gevallen werkzaam zijn, is het van het grootste belang eenzaamheid niet te reduceren tot een oplosbaar, sociaal probleem, aldus beide auteurs.
Onlangs heeft de Adviescommissie voltooid leven onder voorzitterschap van professor Schnabel het eindrapport uitgebracht van het onderzoek dat zij op verzoek van de ministers van Volksgezondheid en Justitie heeft verricht. De conclusie luidt dat noch naar aantal noch naar aard de problematiek van voltooid leven een herziening of wijziging van de WTL nodig of wenselijk maakt.
Een structureel deel van de artsen lijkt op dit moment niet bereid euthanasie te verrichten om reden van voltooid leven. Artsenorganisatie KNMG liet eerder dit jaar weten bang te zijn dat mensen straks sneller kiezen voor stervenshulp bij voltooid leven dan voor euthanasie. Een aparte wet voor voltooid leven is niet nodig en de euthanasiewet is voldoende, aldus de KNMG.
Socioloog Eric Schoenmakers, gepromoveerd op eenzaamheid, betwist dat eenzaamheid een medisch verschijnsel is, maar juicht de toegenomen aandacht vanuit de medische hoek toe. Schoenmakers: “Een mens is immers niet alleen een biologisch, psychologisch of sociaal wezen, maar een combinatie van dit alles. Ik pleit dus niet voor medicalisering, maar voor multidisciplinarisering van het verschijnsel eenzaamheid.”

Hoe gaat de huisarts om met eenzaamheid?

In eerste instantie dus door te luisteren. Daarbij vraagt de huisarts naar de sociale situatie, het gevoel van eenzaamheid, de stemming, slapen, recente veranderingen, lichamelijke klachten en de kwaliteit van leven.
Eenzaamheid kan gemeten worden met de eenzaamheidsschaal van de Jong-Gierveld en Kamphuis, een vragenlijst met elf ja-nee-vragen (zie: www.​platformouderenz​org.​nl)
Via de praktijkondersteuner GGZ of het maatschappelijk werk kan er kortdurende ondersteuning op maat worden geregeld. Bij structurele eenzaamheid zijn uiteenlopende interventies mogelijk (zie kader)
Take home message
  • Denk niet meteen in oplossingen.
  • Luister eerst gewoon naar de patiënt.
  • Vraag waarom de wens om het leven te beëindigen speelt, hoe vaak en in welke omstandigheden.
  • Verval niet in klinisch redeneren.
  • Ga na of er eenzaamheidsproblematiek speelt. Gebruik daarbij de eenzaamheidsschaal van de Jong-Gierveld en Kamphuis.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

Dit product is nog niet beschikbaar met een online abonnement

Metagegevens
Titel
Levenseindevraag blijft lastig voor huisarts
Auteur
Bohn Stafleu van Loghum
Publicatiedatum
01-08-2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Praktische Huisartsgeneeskunde / Uitgave 4/2017
Print ISSN: 2405-8661
Elektronisch ISSN: 2405-867X
DOI
https://doi.org/10.1007/s41045-017-0049-2

Andere artikelen Uitgave 4/2017

Praktische Huisartsgeneeskunde 4/2017 Naar de uitgave

Kleine klachten

Presbyfonie