Mensen met blaasextrofie-epispadie (BE) bereiken in principe dezelfde mijlpalen als mensen zonder BE, inclusief langdurige seksuele relaties en ouderschap [
35]. Desondanks ervaren volwassen BE-patiënten minder zelfvertrouwen en de aanhoudende behoefte hun medische situatie te verbergen. Wellicht kan dit verbeteren door een veranderde aanpak van de sociale aspecten van chronische aandoeningen.
Mannelijk seksueel functioneren en fertiliteit
Ondanks ruime ervaring met operatieve reconstructies bij BE kunnen de afwijkingen aan de penis niet volledig worden genormaliseerd. Zo is verlenging van corpora met de huidige technieken bijvoorbeeld niet mogelijk. De sensibiliteit blijft over het algemeen intact, de dorsale curvatuur wordt gecorrigeerd en de urethra wordt verlengd tot (in) de glans, waardoor transurethraal plassen mogelijk is. De epispade penis blijft echter korter dan gemiddeld als gevolg van intrinsiek kortere corpora cavernosa. Diastase van het os pubis draagt bij aan deze verkorting en leidt tevens tot verbreding van de basis van de penis, die hierdoor een meer driehoekig aspect kan krijgen. Hierdoor kan het dragen van een condoom voor mannen met epispadie lastig zijn.
Mannen met BE hebben minder vaak dan gemiddeld seksueel contact, ondanks een normale behoefte aan seksualiteit. Dit suggereert dat het aspect van de penis als een belemmering kan worden ervaren [
36]. Relaties kunnen nadelig worden beïnvloed door beperkingen in seksueel functioneren [
37,
38].
Verschillende factoren verminderen de fertiliteit bij mannen met BE. Anejaculatie kan het gevolg zijn van ingrepen aan de urethra prostatica. Ejaculatie kan ook retrograad zijn als de colliculus en ducti ejaculatorii niet in de posterieure urethra, maar in de blaas gelegen zijn. Een blaashalsreconstructie kan deze positie corrigeren. Als alternatief kan retrograad ejaculaat worden verkregen vanuit de blaas. Paterniteit is lager en er is een grotere noodzaak om medische interventies in te zetten om zwangerschap te bereiken [
39‐
41].
Vrouwelijk seksueel functioneren en gynaecologische implicaties
Het percentage vrouwen dat niet seksueel actief is wegens onzekerheid over het uiterlijk, is groter binnen de groep mensen met BE dan zonder BE. De leeftijd bij sexarche is hoger dan gemiddeld, ondanks een gelijke interesse in seksualiteit [
42].
Bij de geboorte is de clitoris bifide. Dit persisteert vaak, ondanks pogingen tot clitorisreconstructie ten tijde van de BE-sluiting, waarschijnlijk door progressieve diastase van het os pubis tijdens de groei. De positie van de labiae is anders. De vagina is minder diep, maar heeft een normale diameter. Hoewel de hymenaalring wel gesloten is aangelegd, is de introïtus soms nauwer en kan een introïtusplastiek nodig zijn om vaginale penetratie mogelijk te maken. Dyspareunie komt vaker voor bij vrouwen met BE en het bereiken van een orgasme kan om diverse redenen moeilijker zijn [
43,
44]. Het is belangrijk dat zorgverleners van vrouwen met BE bekend zijn met deze problemen. Psychologische en seksuologische zorg zou voor zowel mannen als vrouwen makkelijk toegankelijk moeten zijn.
Fertiliteit bij vrouwen met BE is niet afwijkend. De vagina verloopt meer horizontaal, parallel aan de bekkenbodem. De cervix is lager in de vagina gelegen, wat de kans op conceptie mogelijk zou kunnen vergroten. Dit verhoogt echter ook de kans op prolaps, wat wordt gezien bij bijna 90% van de vrouwen met BE [
44]. Prolaps komt op jongere leeftijd voor, soms al in de puberteit. Zwakte van de bekkenbodem kan bijdragen aan het ontstaan van prolaps, maar de mate van diastase van de symfyse lijkt de sterkste voorspellende factor. Wel/geen osteotomie bij primaire BE-sluiting is geen sterke factor in het ontstaan van prolaps [
44]. De behandeling van prolaps is niet anders dan bij vrouwen zonder BE. Bij operatieve correctie moet er op worden gelet dat eerdere reconstructies niet gecompromitteerd worden, zoals de vascularisatie van een blaasaugmentatie of katheterisatiekanaal.
Terugkomend op casus 2: zwangerschap bij vrouwen met BE moet worden begeleid door een multidisciplinair team, inclusief hoogrisico-obstetrie, (kinder)urologie en anesthesie. Preconceptiecounseling gericht op uitleg van foetale en maternale risico’s en de behandelstrategie is raadzaam. Foetale risico’s zijn een verhoogde kans op spontane abortus, prematuriteit en doodgeboorte [
45]. Maternale risico’s zijn pre-eclampsie, toename van urine-incontinentie, nierfunctiestoornissen, prolaps van de bekkenorganen en urolithiasis [
44]. Pre-existente nierfunctiestoornissen zijn de grootste voorspeller voor verdere achteruitgang in de zwangerschap. Overige factoren zijn stase van urine door compressie van blaas of ureter, residu na mictie, bacteriurie en metabole veranderingen.
Tijdens een zwangerschap zijn frequentere urologische controles raadzaam om te monitoren op het ontstaan van nierfunctiestoornissen of hydronefrose. Ook de effectiviteit van intermitterende katheterisatie verdient aandacht. De transurethrale route wordt lastiger te benaderen naarmate de zwangerschap vordert, zoals ook in casus 2 wordt beschreven. Een langere katheter kan praktisch zijn, zowel bij transurethrale katheterisatie als bij een katheterisatiekanaal dat kan elongeren over de groeiende uterus. Katheterisatie in zijligging kan helpen het residu te verminderen.
Een partusplan is van belang voor een veilige bevalling. Electieve sectio caesaria wordt geadviseerd om de kans op complicaties bij moeder en kind te verkleinen. De aanwezigheid van een reconstructief of kinderuroloog is noodzakelijk, gericht op het voorkomen van schade aan een geaugmenteerde blaas, het katheterisatiekanaal of de vaatsteel van deze reconstructies. Voorafgaand plaatsen van een verblijfskatheter, eventueel door de zwangere zelf, kan nuttig zijn voor de intra-abdominale identificatie van een katheterisatiekanaal. Bij een status na blaashalsplastiek moet geen transurethrale katheter worden geplaatst. Deze kan de blaashals dilateren, met incontinentie tot gevolg. Het is raadzaam deze overwegingen op te nemen in een preoperatief plan, inclusief de meest wenselijke incisie, rekening houdend met de details van eerdere operaties [
45].