Samenvatting
Emoties en gedrag hebben hun biologisch substraat in de hersenen. Gedragsverandering na hersenbeschadiging kan van beslissende betekenis zijn voor het verdere leven van de patiënt: impulsiviteit, woede-uitbarstingen, emotionele vervlakking kunnen veel problemen veroorzaken in relatie, gezin en werk. Een enkele keer kunnen medicamenten helpen, maar deze werken slechts symptomatisch en hebben vaak ongewenste bijwerkingen. Daarom is het altijd de moeite waard eerst te proberen de oorzaak van het gedrag te beïnvloeden en/of het gedrag te veranderen met behulp van leerprincipes. Ook hier gebruikt men de stappen van de empirische cyclus: definitie van het gedrag, gedragsanalyse, verklaring, interventie en toetsing. De benadering is zeer individueel gericht. Een bekende, ook in de opvoeding gebruikte methode is die van het operante leren. Voor het aan- of afleren van gedrag wordt hierbij bewust gebruikgemaakt van reinforcement (beloning en straf) in allerlei varianten: intrinsiek/extrinsiek, token-systeem, respons cost enzovoort. Er bestaan echter vele andere systemen van gedragsmodificatie, bijvoorbeeld verbale zelfsturing, uitleg en inzichtgevende therapie. Helaas is gedragsrevalidatie nog geen vast onderdeel binnen de neurorevalidatie, maar er zijn positieve ontwikkelingen gaande.