Skip to main content
Top

2024 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Leiderschap in teams

Auteurs : Anneke van Vught, Marian Adriaansen

Gepubliceerd in: Leiderschapsontwikkeling van verpleegkundigen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Teams worden meer en meer zelf verantwoordelijk voor de manier waarop zij hun werk organiseren en voor de resultaten die dit oplevert. Dat heeft invloed op de attitude en werkwijze van de individuele teamleden, de manier van samenwerken en de betekenis van verpleegkundig leiderschap. Leiderschap in teams wordt vaak geassocieerd met hiërarchisch leiderschap: het aansturen van het team. Hiermee wordt in dit boek echter vooral vakinhoudelijk en transformationeel leiderschap bedoeld, met een voorbeeldfunctie op basis van deskundigheid, visie, betrokkenheid, motivatie en overtuigingskracht. De kwaliteit van de zorg die het zorgteam levert, staat of valt met de kwaliteit van het leiderschap van de zorgprofessionals en het team als geheel. Dit geldt zowel voor intraprofessionele teams als voor multi- en interprofessionele teams. Waar het verpleegkundig leiderschap zich bij intraprofessionele teams veelal richt op het leiden van innovaties en coaching van het zorgteam, richt het verpleegkundig leiderschap in interprofessionele teams zich vooral op regievoering, hisch werken, persoonsgerichtheid en het up-to-date houden van brede en actuele kennis. Leiderschap hoort thuis bij iedere professional in het verpleegkundig domein en dus bij elk niveau en in elk team.
Bijlagen
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
Leiderschap in teams
Auteurs
Anneke van Vught
Marian Adriaansen
Copyright
2024
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3016-4_4