Samenvatting
Mevrouw Den Akker had vaak erge dorst, maar durfde na het avondeten niet meer te drinken, omdat zij dan weer ’s nachts het bed uit moest om naar het toilet te gaan. Op een nacht lag zij weer te denken: “Zal ik wel, zal ik niet?” Ten slotte sloeg zij de dekens terug, deed haar benen over de rand en ging staan terwijl zij steun zocht aan het nachtkastje. Maar in het donker greep zij mis en stootte haar been tegen de scherpe hoek van het nachtkastje. “Au! Dat doet pijn!” Zij depte het bloed met een handdoek uit de badkamer en deed een pleister op de wond. Maar na een paar dagen was haar been opgezwollen en de wond zag er erg vies uit: grotendeels rood van kleur met in het midden drie gele plekjes. De wond rook ook wat en scheidde wat wondvocht af.