Samenvatting
Na drie kwartier begint het infuus te werken en de weeën nemen toe in regelmaat en kracht. Mara komt geregeld langs om te kijken hoe het met Hanneke gaat. “Je doet het goed”, zegt ze. Hanneke probeert de weeën op te vangen door op haar ademhaling te letten. Maar na een half uurtje lukt dat niet meer zo goed. “Ik heb pijn en het gaat zo snel!”, roept ze. “Als de ene wee voorbij is komt de volgende weer.” Mara ziet dat Hanneke wat in paniek raakt en dat ze bijna hyperventileert; de weeën komen nu ook snel achter elkaar. Ze belooft bij Hanneke te blijven, maar waarschuwt eerst even de arts. De arts onderzoekt Hanneke, maar de ontsluiting is nog maar vier centimeter. Hanneke kan dit bijna niet geloven. “Ik kan dit niet, straks lukt het me niet om te bevallen. Wat moet ik doen?” “Kom op”, zegt Mara, “ik zal je voordoen hoe je ademt tijdens een wee.” Hanneke doet precies wat zij zegt en dan gaat het een stuk beter. De weeën komen snel en zijn hevig. Floris staat er een beetje verloren bij, hij voelt zich machteloos en weet niet wat hij moet doen, Mara probeert hem erbij te betrekken.
De tijd verstrijkt en het is hard werken voor Hanneke. Om half twee ’s middags is ze uitgeput en vraagt om pijnstilling.