Samenvatting
Frank komt nu sinds vier weken bij mevrouw Martens. Het gaat redelijk goed met haar. De buurvrouw komt iedere ochtend langs zodat mevrouw Martens een stok achter de deur heeft om op te staan. Op deze manier lukt het haar steeds beter om zichzelf te verzorgen. Door het vaste ritme overdag gaat het ’s nachts ook wat beter met slapen. Alleen met het eten wil het nog niet zo. ‘‘Ik ben ’s ochtends zo misselijk dat ik al ga kokhalzen bij alleen maar de gedachte aan eten.’’ Ook vertelt mevrouw Martens dat ze nog steeds niet de deur uitdurft om boodschappen te doen. ‘‘Ik heb het idee dat iedereen naar me kijkt; ik voel me toch al zo onzeker en dan heb ik ook nog van die afschuwelijke angstaanvallen als ik buiten kom.’’ Mevrouw Martens beschrijft hoe ze zich lichamelijk onwel voelt worden op het moment dat ze de deur uitstapt. ‘‘Ik begin te zweten en krijg hartkloppingen. Daarna begint de pijn op mijn borst en krijg ik tintelende vingers. Het lijkt dan wel alsof ik een hartaanval krijg.’’ Frank heeft deze klacht met de psychiater en de psychologe van de kliniek besproken. Gezamenlijk zijn ze tot het voorstel gekomen dat Frank de komende tijd regelmatig samen met mevrouw Martens een wandeling richting de supermarkt zal maken, steeds een stukje verder. ‘‘Op deze manier denken we dat u weer zelfvertrouwen krijgt. Bovendien kan ik u dan ondersteunen in het geval u in paniek raakt’’, legt Frank uit.