Samenvatting
Henriëtte probeert nog wel eens een stukje met meneer Klinker te lopen, maar dat gaat moeilijk. De kracht is uit zijn benen verdwenen en soms lijkt het net of hij niet zo goed meer weet hoe hij moet lopen. Om ervoor te zorgen dat hij toch een beetje in beweging blijft, is de fysiotherapeut ingeschakeld om hem passief te bewegen. De verpleging stimuleert hem de oefeningen drie keer per dag te doen en zij helpen hem er soms bij. Ze blijven bij hem en moedigen hem aan om met zijn benen over de rand van het bed te bengelen of ze op te trekken als hij in bed ligt. Meneer Klinker is erg gemotiveerd om te oefenen. Als hij te moe is of zich wat vervelend voelt, kan hij niet zoveel. De verpleging tilt hem dan in verschillende houdingen in bed of uit bed de stoel in. Dan voelt hij zich erg afhankelijk. Door zoveel mogelijk te bewegen hoopt hij ook zo lang mogelijk zelfstandig te blijven.