Inleiding
Zoals elke dinsdagochtend is Martine Diepstraten al vroeg bezig met het ontbijt voor haar moeder. Even later helpt ze haar uit bed en met aankleden. Aan de ontbijttafel neemt ze de dag door met haar moeder. “Vanmiddag om één uur komt de huishoudelijke hulp. Vergeet je dit keer niet te vertellen, dat ze de oven en de keukenkastjes moet doen? Die zijn vies”. Haar moeder antwoordt: “Ja ja, maar er komt elke keer iemand anders. En dan vergeet ik het te vragen”. Martine maakt zich zorgen over het geheugen van haar moeder. “Hier heb je het halsmedaillon voor je alarmapparaat. Die lag weer eens op het tafeltje in de hal. O ja, en vanavond ben ik wat later om je in bed te helpen. Niels heeft een uitvoering op school”. Martine vraagt zich af, of ze dat wel onthoudt en legt een briefje op tafel.