Inleiding
De voorwaarden voor een ideaal laxans kunnen worden gedefinieerd als een stof met een gestandaardiseerd laxerend vermogen, selectief werkzaam op het colon met een fysiologische stimulering van de peristaltiek zonder interactie met de functie en motiliteit van maag en dunne darm, zonder beïnvloeding van de microflora, zonder incompatibiliteit of interactie met geneesmiddelen, zonder darmgewenning en bijverschijnselen. Deze definitie beschouwend zouden alleen klysma’s voldoen. Bij de keuze van orale laxantia moet men zich een stappenplan eigen maken waarbij men met de minst agressieve middelen begint en zich uit elke groep van laxantia een middel eigen maakt. Hierbij moet men kennis hebben van de tijd die verstrijkt vóór het optreden van het laxerende effect (zie het geneesmiddelenoverzicht) en van de bijwerkingen. Vanwege het voorschrift bij patiënten met fenylketonurie moet men zich realiseren dat psylliumzaad, sterculiagom en macrogolverbindingen aspartaam bevatten en dat de hiermee ingenomen hoeveelheid fenylalanine moet worden doorberekend in het dieet.