Samenvatting
Bij de embryologie van het hart gaat het om een ingewikkeld en uitgebreid proces dat op meerdere onderdelen en momenten in de aanlegfase verschillend kan verlopen en kan leiden tot een aangeboren hartafwijking. Uiteindelijk zijn er ongeveer dertig overkoepelende groepen aangeboren hartafwijkingen te benoemen, bijvoorbeeld ventrikelseptumdefecten, atriumseptumdefecten of klepafwijkingen. Binnen al deze groepen is een ruim spectrum van variaties aanwezig. In beginsel kunnen aangeboren hartafwijkingen worden opgedeeld in cyanotische (blauwe) en niet-cyanotische (roze) hartafwijkingen. Cyanotische hartafwijkingen zijn bijvoorbeeld de tetralogie van Fallot en de transpositie van de grote vaten; niet-cyanotische afwijkingen zijn bijvoorbeeld het ventrikelseptumdefect en de coarctatio aortae. Deze vier soorten hartafwijkingen worden behandeld, waarbij ook de morfologie, de pathofysiologie, de klinische presentatie en de behandeling met prognose worden beschreven.