01-10-2010 | Artikel
Langer leven, langer werken?De rol van gepercipieerde levensverwachting in het uittredeproces
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie | Uitgave 5/2010
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Vrijwel zeker heeft de AOW-leeftijd van 65 jaar in Nederland zijn langste tijd gehad. Belangrijk argument in de discussie is dat de pensioenleeftijd meer in pas moet gaan lopen met de gestegen levensverwachting. In dit onderzoek is nagegaan of de werknemers zelf zich in het besluitvormingsproces rondom stoppen met werken laten leiden door ideeën over hun levensverwachting. De onderzoeksvraag is tweeledig: 1) Welke ideeën hebben oudere werknemers over de hoeveelheid levenstijd die hen nog rest, en waar hangen die ideeën mee samen? 2) Zijn oudere werknemers naarmate zij verwachten langer te leven meer geneigd het stoppen met werken uit te stellen? De gegevens zijn ontleend aan een longitudinaal onderzoek onder 1.621 oudere werknemers werkzaam bij vier grote ondernemingen en bij de Rijksoverheid. De werknemers namen zowel in 2001 als in 2007 deel aan een onderzoek over werken en uittreden. De resultaten duiden erop dat de gepercipieerde levensverwachting een rol speelt bij de uittredebeslissing. Werknemers die verwachten langer te leven hebben meer belangstelling voor langer doorwerken. Bij de uiteindelijke pensionering speelt de subjectieve levensverwachting echter geen rol: werknemers die verwachten langer te leven stoppen niet later. Dit suggereert dat vooral de werknemers met een voorkeur voor langer doorwerken gehinderd worden in de realisatie daarvan.
Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder werd gepubliceerd in de European Journal of Public Health Vol. 20, No. 1, 47-51