Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: GZ - Psychologie 5/2019

01-10-2019 | column

Lachend onder de Martinitoren

Auteurs: Marit Lourens, Loulou Bethe

Gepubliceerd in: GZ - Psychologie | Uitgave 5/2019

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

'Kijk wat jullie bereikt hebben, wees daar trots op! Alle goeds voor de toekomst, voor jullie als gezin.' Terwijl ik afscheid neem van het gezin en zwaaiend naar mijn auto loop, denk ik terug aan het allereerste MST-CAN-gezin, jaren geleden. Als hulpverlener blijven de eerste 'beproevingen' je altijd bij. Onderweg naar de polikliniek dwalen mijn gedachten af naar deze vader en zijn drie kinderen. Er schieten beelden van de behandeling voorbij: flitsen van mooie, krachtige momenten, maar ook van verdriet en wanhoop. Ruim een half jaar voor de start van de MST-CAN-behandeling overleed de moeder van dat eerste gezin aan de gevolgen van borstkanker. Vader leunde altijd op haar en moest het toch sneller dan verwacht zonder haar doen. Hoewel vader voor zijn kinderen zijn stinkende best deed, zag hij het niet meer zitten. Hoe wij betrokken raakten? Op een dag nam vader de trein naar Zuid-Duitsland. De kinderen liet hij achter, zwervend over straat. De oudste zoon (11 jaar) heeft die dag zijn broertje en zusje onder zijn hoede genomen en 's avonds een boterham voor hen gesmeerd. De avond erop kwam de buurvrouw een kijkje nemen. Toch fijn die sociale controle! Vader is door de politie opgespoord en ons intensieve behandelprogramma is toen met spoed gestart. De eerste kennismaking en het huis kan ik mij nog goed herinneren: overal vuile kleren op de grond, een lege koelkast en de grote berg afval in de keuken. Ik wilde graag begrijpen waarom vader van de ene op de andere dag zijn spullen had gepakt en zijn kinderen achterliet. Al snel werd duidelijk dat het verdriet om het verlies van zijn geliefde vrouw hier een grote rol in speelde. Al analyserend kwam ik erachter dat vader een aantal sterke cognities had die hem belemmerden in zijn vaderrol, zoals: 'Ik kan niet de vader zijn die mijn kinderen nodig hebben' en 'Ik red het niet in mijn eentje'. Geruime tijd werkten we samen aan het gebruik van positieve gedachten, aan rouwverwerking, aan het opdoen van positieve ervaringen (activiteiten) met het gezin, waardoor de warmte, liefde en communicatie terugkwamen. Maar tijdens dat proces kwam een duidelijke wens van vader naar voren: hij wilde terug naar zijn geboortestad Groningen, waar hij meer mensen kende en waar hij zijn vrouw had ontmoet. Op het moment dat vader deze opmerking maakte, dacht ik nog: 'Ik zou willen dat je ziet wat ik zie', namelijk een sterke man, met een goed netwerk om zich heen; een vader die de zorg voor zijn kinderen prima aankan. We hebben toen alle zeilen bijgezet en een terugvalpreventieplan gemaakt, zodat het gezin wist wat het doen moest, mocht het even minder gaan. Aan het eind van de behandeling liet vader weten dat hij een nieuwe woning had gevonden, vlakbij zijn broer. Onze afscheidssessie bestond uit het inpakken van de verhuisdozen, maar dat was niet het laatste contact. Ruim een jaar geleden ontving ik uit het niets een whatsapp-bericht met een foto en daarop vader en de drie kinderen, met lachende gezichten onder de Martinitoren. Het ga ze goed! …
Metagegevens
Titel
Lachend onder de Martinitoren
Auteurs
Marit Lourens
Loulou Bethe
Publicatiedatum
01-10-2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
GZ - Psychologie / Uitgave 5/2019
Print ISSN: 1879-5080
Elektronisch ISSN: 1879-5099
DOI
https://doi.org/10.1007/s41480-019-0057-8

Andere artikelen Uitgave 5/2019

GZ - Psychologie 5/2019 Naar de uitgave

redactioneel

Wake-up call