Samenvatting
Laboratoria spelen een cruciale rol in de hedendaagse geneeskunde. Lange tijd is die rol echter verwaarloosbaar geweest. De doorbraak van het medisch laboratorium vond grotendeels plaats in de 19e eeuw en was vooral een gevolg van veranderingen in het universitaire onderwijs. Pleidooien van hoogleraren voor ruimtes voor praktische oefening voor studenten werden toen geleidelijk gehonoreerd. Universiteiten werden in de tweede helft van de eeuw voorzien van steeds beter geoutilleerde laboratoria, waardoor zij transformeerden van onderwijsinstellingen in onderzoeksinstellingen. Vooral fysiologische laboratoria maakten een snelle opmars, hoewel hun relevantie voor de medische praktijk lang twijfelachtig bleef. De microbiologie grossierde daarentegen vanaf het begin in medische toepassingen, vooral bij de diagnose en preventie van infectieziekten. De introductie van de experimentele fysiologie en de microbiologie leidden tot een nieuwe visie op levensprocessen en op ziekte. Die visie was lange tijd omstreden, maar de onstuitbare opmars van het laboratorium liet steeds minder ruimte voor rivaliserende opvattingen. De 20e-eeuwse opkomst van de moleculaire biologie heeft de positie van het laboratorium alleen maar verder versterkt.