01-08-2010 | Intermezzo
Kracht
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 8/2010
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Voor zijn achttiende was hij al dakloos, een minderjarige zwerver. Waarschijnlijk trok hij van het ene logeeradres naar het andere, of hij sliep in lege schuurtjes. Het drama dat daar achter zit, hoor ik later nog weleens. Nu woont hij sinds kort op kamers, met hulp van het Leger des Heils. Zijn begeleider stuurde hem naar de dokter, voor een verwijzing naar de psychiater. Want hij had toch wel een nare tijd meegemaakt en dat moest psychisch worden gladgepoetst. Maar ja, ik kon er geen psychiatrische diagnose van maken. Geen posttraumatisch beeld, geen depressie. ‘Ben je weleens verdrietig?’, vroeg ik. ‘Dat wel,’ zei hij, ‘als ik vrienden met hun vader zie omgaan. Want dat heb ik nooit gehad. Dan word ik verdrietig.’