Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

10. KNO

Auteur : E. A. F. Wentink

Gepubliceerd in: Poliklinieken, jeugdgezondheidszorg en arbodienst

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

KNO is het vak van de frisse lucht. In de neus, de bijholten en trommelholte (middenoor) hoort frisse lucht, geen vocht of slijm, en zeker geen pus. De KNO-arts zou ook KNO-LSSS-arts kunnen heten. LSSS staat dan voor larynx, strottenhoofd, speekselklieren en slokdarm. Toch is KNO beter, want daar ligt sterk de nadruk. De O van Oor omvat ook het binnenoor. Het binnenoor bestaat uit het slakkenhuis en het evenwichtsorgaan. Ziekten van het evenwicht, die zich in het typische geval uiten in draaiduizeligheid, horen dus ook bij KNO. De meest voorkomende kleine kwalen in Nederland zijn KNO-gerelateerd. Denk maar aan verkoudheid en oorsmeer. De KNO-arts richt zich op de moeilijke zaken. Zoals in zovele specialismen komt de KNO-arts ook van alles tegen. Om een idee te geven van de variatie: snurken, keelkanker, oorsuizen, neusbloeding, otosclerose, otitis externa.
Metagegevens
Titel
KNO
Auteur
E. A. F. Wentink
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1352-5_10