Abstract
Kaakgewrichtsklachten of aandoeningen van het mandibulaire bewegingsapparaat verwijzen naar een groep van musculoskeletale aandoeningen van het temporomandibulaire gewricht, de kauwspieren of beide. Afhankelijk van de definitie van deze klachten en aandoeningen zouden deze in de algemene populatie voorkomen met een frequentie van 10% tot 70%. In het laatste geval zijn de symptomen mild en is er geen behandeling nodig. In epidemiologisch onderzoek zijn de klachten bij vrouwen tot viermaal meer aanwezig dan bij mannen. Een hulpvraag van de patiënt ontstaat wanneer deze aandoeningen gepaard gaan met ernstige bewegingsbeperking en/of pijn. Deze pijn verergert meestal bij gebruik van het mandibulair bewegingsapparaat zoals bij bijten, kauwen, lachen, gapen, zoenen en praten. Palpatie van de kauwmusculatuur kan de klachten uitlokken. Vaak gaat pijn samen met een knappend of crepiterend geluid en met een beperking van de mondbewegingen. Bij het ontstaan van de klachten spelen parafuncties zoals klemmen en knarsen van gebitselementen een rol, omdat ze tot een verhoogde spanning in de kauwspieren leiden. Daarnaast speelt een verandering in de emotionele status van de patiënt een rol bij het ontstaan van de klachten.