Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

36. Kindergeneeskunde

Auteurs : W.J. Wiersinga, B. Schimmer, M. Levi

Gepubliceerd in: Handboek voor de coassistent

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

De kindergeneeskunde werd in het verleden vaak gezien als een soort interne geneeskunde, maar dan voor kinderen. Een kind is evenwel geen kleine volwassene, de kinderleeftijd wordt immers gekenmerkt door groei en ontwikkeling vanaf de geboorte tot aan de jongvolwassen leeftijd. Het vóórkomen van ziektebeelden verschilt sterk per leeftijdsgroep en ook de wijze waarop dezelfde ziekte zich klinisch manifesteert, kan in de verschillende levensfasen uiteenlopen. De kindergeneeskunde is een breed vak met raakvlakken aan praktisch alle medische specialismen, zoals dermatologie, neurologie, KNO, chirurgie, orthopedie. Ook op het emotionele vlak brengt ziekte van een kind veel teweeg, zowel voor het kind zelf als voor de ouders en het gezin als geheel. Wat het betekent voor een kind om in het ziekenhuis te liggen, en hoe om te gaan met ongerustheid van de ouders, verdient vaak evenveel aandacht als de ziekte van het kind op zich.
Metagegevens
Titel
Kindergeneeskunde
Auteurs
W.J. Wiersinga
B. Schimmer
M. Levi
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9803-4_36