Skip to main content
Top

2007 | hbo | Boek

Kindergeneeskunde

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Een kind in het ziekenhuis is een bijzondere patiënt. Dat uit zich in het spectrum aan ziektebeelden (bijvoorbeeld allerlei aangeboren afwijkingen) en in de verschillende ontwikkelingsfasen waarin kinderen zich bevinden. Beide bepalen de benadering van het kind in de spreekkamer en de diagnostische route. Voor elke leeftijd moet daar steeds weer naar gekeken worden: wat is de waarschijnlijkheid voor een kind van deze leeftijd op het hebben van een bepaald ziektebeeld, hoe interpreteer je een laboratoriumwaarde bij deze specifieke patiënt? Daarnaast is een kind onderdeel van een gezin, met soms bange en bezorgde ouders.Groei en ontwikkeling spelen een centrale rol in de kindergeneeskunde. In het basiswerk Kindergeneeskunde komt een selectie van ziektebeelden bij kinderen aan bod. Gekozen is voor ziektebeelden die je in de algemene praktijk tegenkomt, maar soms ook voor zeldzamere ziekten die boeiend zijn in uitingsvorm of pathofysiologische achtergrond. Na een algemene inleiding wordt onder meer aandacht besteed aan de deelgebieden neonatologie, ademhaling, hematologie, gastro-enterologie, urologie, endocrinologie, het bewegingsapparaat, infectie en afweer, kinderneurologie en dermatologie. Kindergeneeskunde is de opvolger van het gelijknamige boek uit de BGO-reeks.

Inhoudsopgave

1 Introductie in de kindergeneeskunde

Een kind is geen kleine volwassene, maar een individu in een specifiek ontwikkelingsstadium. Daarom is de kindergeneeskunde meer dan de interne geneeskunde van kinderen.

2 Neonatologie en perinatologie

De zorg voor pasgeborenen met een aandoening heeft een belangrijke plaats binnen de kindergeneeskunde. Verbeteringen van de gynaecologische en verloskundige zorg maken dat voor de geboorte al vaak bekend is dat een kind met een aangeboren afwijking wordt geboren. De kinderarts kan zijn beleid dan al vanaf de geboorte vorm geven om een zo optimaal mogelijke behandeling te geven.

3 Ademhaling

Tijdens een normale zwangerschap ontwikkelen de longen zich onder meer onder invloed van de aanwezigheid van vruchtwater in de longen. Onvoldoende vruchtwater in de vroegere periodes van de zwangerschap leidt tot onderontwikkeling (hypoplasie) van de longen. De oorzaak is hetzij een probleem bij de moeder (bijv. verlies bij het vroegtijdig breken van de vliezen), hetzij een probleem bij het kind (bijv. als er geen nieren zijn aangelegd).

4 Circulatie

Congenitale hartafwijkingen zijn het gevolg van stoornissen in de aanleg van het hart of de uitstroombanen van het hart. Ze komen voor als onderdeel van een syndroom (rond de 30%) of zijn geïsoleerd aanwezig zonder andere aangeboren afwijkingen.

5 Hematologie

De definitie van anemie (‘bloedarmoede’) is dat er een vermindering is van de totale hoeveelheid erytrocyten (rode bloedcellen) of hemoglobine tot onder een bepaalde grenswaarde voor de leeftijd. Wanneer een anemie wordt vastgesteld moet altijd naar de oorzaak gezocht worden omdat het geen op zich staande ziekte is, maar een symptoom van verminderde bloedaanmaak, van bloedverlies of van verhoogde bloedafbraak.

6 Gastro-enterologie

Voeding en voedingsproblemen zijn belangrijke onderwerpen voor ouders. De kinderarts en de verpleegkundige moeten dus goed op de hoogte zijn van normale voeding en de aanpak van diverse voedingsproblemen. Niet altijd is de oorzaak van voedingsproblemen gelegen in het maag-darmstelsel. Een brede blik blijft dus altijd nodig in de evaluatie.

7 Nefrologie en urologie

Aangeboren afwijkingen van de urinewegen en nieren kunnen ernstige gevolgen hebben voor de pasgeborene.

8 Endocrinologie

De endocrinologie omvat aandoeningen van hormoonproducerende klieren die hun producten naar de bloedbaan afgeven.

9 Stofwisselingsziekten

‘Stofwisselingsziekten’ is een verzamelnaam voor een groot aantal vaak zeldzame ziekten van verschillende onderdelen van de menselijke stofwisseling. Met het uitbreiden van de neonatale screening per 2007 is een aantal meer nadrukkelijk in beeld gekomen. Bij de tot nog toe gebruikte landelijke screening werd naast CHT en AGS (zie hoofdstuk 8 Endocrinologie) ook op de stofwisselingsziekte fenylketonurie (PKU) gescreend. In tabel 9.1 staan de ziekten waarop anno 2007 op de neonatale leeftijd wordt gescreend. Een aantal daarvan komt in de tekst verder aan bod of is eerder besproken.

10 Bewegingsapparaat

Bij een plexusbrachialislaesie is er een beschadiging van een zenuwknooppunt, vaak door een traumatische bevalling waarbij hard aan het kind getrokken is. Dit knooppunt bevat zenuwen die de schouder, boven- en onderarm innerveren. Bijkomend letsel zoals een claviculafractuur of humerusfractuur mag niet gemist worden. Meestal is er een zogenaamde Erbse parese met spierzwakte of verlamming van spieren van schouder, boven- en onderarm.

11 Infectie en afweer

In dit hoofdstuk komt een aantal algemene onderwerpen aan bod rond afweer en infectie. Veel orgaanspecifieke infecties zijn al beschreven in de eerdere hoofdstukken en worden niet herhaald.

12 Kinderneurologie

De ontwikkeling van kinderen verloopt volgens een aantal mijlpalen, waarvan de timing een indicatie is voor een al dan niet vertraagde ontwikkeling.

13 Dermatologie

In dit hoofdstuk wordt in het kort atopisch eczeem behandeld, als een van de dermatologische aandoening die de kinderarts regelmatig ziet. Daarnaast ook een aantal infectieuze aandoeningen met duidelijke huidbeelden.

Meer informatie
Titel
Kindergeneeskunde
Copyright
2007
Elektronisch ISBN
978-90-313-8080-0
Print ISBN
978-90-313-4967-8
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8080-0