Kinderen met gedragsstoornissen, die om uiteenlopende redenen niet opgevoed kunnen worden in hun oorspronkelijk gezin en baat kunnen vinden bij opvoeding in een pleeggezin, komen in aanmerking voor therapeutische gezinsverpleging. In een follow–up–onderzoek van personen (n=45; gemiddelde leeftijd = 22 jaar) die als kind vroeger in een therapeutisch pleeggezin verbleven, werden twee vragenlijsten gebruikt: de Symptom Checklist–90 die psychopathologie meet en de Groninger Vragenlijst voor Sociaal Gedrag die sociale beperkingen meet. De onderzoeksgroep bleek nog wel enige psychopathologie te vertonen, maar in mindere mate dan volwassen psychiatrische patiënten. De onderzoeksgroep vertoonde geen sociale beperkingen.