Samenvatting
Dit hoofdstuk behandelt de ethische problematiek die samenhangt met de schaarste aan middelen in de gezondheidszorg. Schaarste betekent in dit verband dat de vraag naar zorg geen gelijke tred houdt met de beschikbare middelen en dat er keuzen gemaakt moeten worden ten aanzien van de vraag welke zorg wel en welke niet kan worden verleend. Schaarste in de zorg kan er ook toe leiden dat er keuzen moeten worden gemaakt welke patiënten voorrang zouden moeten krijgen. Het hoofdstuk begint met een analyse van de achtergronden van de schaarste in de zorg en de mogelijke oplossingen die in dit verband worden voorgesteld. Vervolgens wordt ingegaan op de vraag wat als noodzakelijke zorg moet worden beschouwd en hoe dit zou moeten worden vastgesteld. Er wordt aandacht besteed aan ethische theorieën die kunnen worden gehanteerd bij het vaststellen van noodzakelijke zorg en bij andere beslissingen met betrekking tot de verdeling van zorg. Het hoofdstuk gaat verder met een beschouwing over de betekenis van solidariteit als belangrijke waarde in de Nederlandse gezondheidszorg. Er wordt uitgelegd wat het verschil is tussen prioritering en rantsoenering van zorg, en welke criteria zouden kunnen worden gehanteerd bij de selectie van patiënten. Het hoofdstuk sluit af met een analyse van de marktwerking in de zorg en de impact hiervan op de solidariteit.