De moeder van Ron, 13 jaar, komt samen met haar zoon op het spreekuur. Zij maakt zich zorgen om de houding van Ron. Hij gaat steeds krommer lopen. Ron heeft wel eens last van rugpijn, maar hij vindt de zorgen van zijn moeder overdreven. Bij inspectie vindt de huisarts behoudens een versterkte thoracale kyfose en lumbale lordose geen afwijkingen. De huisarts laat Ron (1) vooroverbuigen. Daarna laat ze hem weer rechtop staan en laat ze hem (2) het bekken naar voren kantelen. Vervolgens laat ze hem (3) de schouders naar achteren brengen. Om onderscheid te maken tussen een soepele (niet-structurele) en een rigide (structurele) vorm van kyfose zijn de volgende onderzoeken zinvol: …