Het recent verschenen trendonderzoek over de fysiotherapie leidt tot meer vragen dan antwoorden, vindt fysiotherapeut Mark van Velzen. Wil de beroepsgroep echt een reden hebben om de noodklok te luiden over de fysiotherapie, dan is meer gedetailleerde informatie nodig, vindt hij.
‘Als ik naar onze praktijk kijk, dan is de ontwikkeling daarvan niet in overeenstemming met wat ik in het rapport lees’, zegt fysiotherapeut Mark van Velzen. Die praktijk is KBC Haaglanden, praktijk voor fysiotherapie, sportfysiotherapie en manuele therapie in Marieahoeve Den Haag. ‘Wij hebben in 2012 een nieuwe start gemaakt nadat de keten waartoe onze praktijk voorheen behoorde in de problemen was geraakt. Recent hebben we een nieuwe medewerker aangenomen, omdat de vraag naar fysiotherapie in onze praktijk groeit.’
Dit is inderdaad niet bepaald in lijn met de uitkomsten van het trendonderzoek dat VvAA recent in opdracht van het KNGF heeft uitgevoerd. Van Velzen: ‘Je kunt vraagtekens plaatsen bij wat in het rapport te lezen valt. Als ik daarin lees dat de omzet terugloopt maar dat de kosten – en vooral de personeelskosten – oplopen, dan vraag ik mij af of praktijken niet in weerwil van de feiten toch meer personeel zijn gaan aannemen. Is het vanwege de toegenomen administratieve last dat ze extra personeel hebben moeten aannemen? Het rapport geeft hierover geen uitsluitsel.’
‘Wil je de cijfers gebruiken als standpunt richting politiek of zorgverzekeraars, dan moet je dus veel specifieker te werk gaan’
Van Velzen denkt dat een meer gedetailleerde benadering van de markt een vollediger beeld zou opleveren van de manier waarop de fysiotherapie er op dit moment voorstaat. ‘Er zijn praktijken die tien procent minder omzet draaien dan twee jaar geleden en praktijken die groeien, zoals de onze’, verduidelijkt hij. ‘Dat komt er nu niet goed genoeg uit. Bovendien wordt onvoldoende rekening gehouden met de praktijkomzet. Als een grote praktijk met een omzet van 350.000 euro daalt naar 320.000 euro, hoef je daarvoor echt niet de noodklok te luiden. Wil je de cijfers gebruiken als standpunt richting politiek of zorgverzekeraars, dan moet je dus veel specifieker te werk gaan. Dan kun je praktijken die het goed en slecht doen met elkaar vergelijken en zien waar de verschillen zitten. Als beleidmaker zou ik toch denken: die 10 procent minder overleven ze wel.
Uit de achterstandswijken hier in de stad hoor ik geluiden over praktijken die met veel grotere omzetverliezen kampen. Maar ook daarover moet je meer weten voordat je een oordeel kunt vellen. Ligt het echt alleen aan de wijk waarin ze actief zijn, of doen ze bijvoorbeeld al jaren niets meer op het gebied van bij- en nascholing? Zonder een dergelijke verdieping kun je niet zo veel met de nu gepresenteerde feiten. Wanneer praktijken in wijken met een lagere sociaal economische status zeer grote omzetdalingen hebben en toch uitstekende kwaliteit leveren dan vraagt dat om actie van beroepsorganisatie. Wanneer mensen om financiële redenen geen zorg krijgen die ze wel nodig hebben, dan zal in de toekomst juist in deze wijken de gezondheid van de inwoners verslechteren. Met dit trendonderzoek wordt het probleem uitgemiddeld en zodoende niet inzichtelijk.’
Het rapport werpt dus meer vragen op dan het beantwoordt, concludeert Van Velzen. Bovendien zijn er zaken die de beroepsorganisaties zelf ter hand kunnen nemen om tot verbetering te komen, vindt hij. ‘Dat de administratieve lasten zijn toegenomen, is zonder meer waar. Maar we hebben dat natuurlijk ook voor een deel aan onszelf te danken, door steeds hogere eisen te stellen aan de verslaglegging in het dossier. Wil je die verslaglegging niet meer terugdraaien, gebruik dan slimme informatietechnologie die het proces vereenvoudigt. En zorg dat je in beeld bent bij de partners die ertoe doen voor je: de huisartsen, de medisch specialisten die naar ons verwijzen. Ik zeg niet dat wij dat zelf allemaal al even goed doen hoor, maar ik vind wel dat we zelf een verantwoordelijkheid hebben om hierin ontwikkelstappen te zetten. De plannen hiervoor zijn wij op dit moment aan het schrijven.’
Bron: FysioActueel.nl
Tip
Lees ook de eerder gepubliceerde artikelen op FysioActueel over het Trendonderzoek fysiotherapie en contractvrij werken:
- Kleine praktijk, kleine problemen
- Fysiotherapeuten in zwaar weer
- Trendonderzoek fysiotherapie Nederland
- Groeiende belangstelling fysiotherapeuten voor contractvrij werken
- Contractvrije zorgverleners verenigen zich
- Platform Contractvrij fysiotherapie: “Meer fysiotherapeuten overwegen of besluiten contractvrij te gaan werken”
Meer artikelen over fysiotherapie: Algemeen of Sportfysiotherapie.
Auteur(s): Frank van Wijck Beeld: Fotolia