Top

Gepubliceerd in:

01-06-2015

Jicht en pseudojicht

Auteurs: mr. drs. Laura B.E. Kienhorst, dr. Matthijs Janssen

Gepubliceerd in: Bijblijven | Uitgave 5/2015

Samenvatting

Jicht is een veelvoorkomende ziekte in de huisartsenpraktijk die geassocieerd blijkt te zijn met hart- en vaatziekten. Pseudojicht komt veel minder vaak voor, maar het klinische beeld lijkt op dat van jicht. Om het onderscheid tussen beide ziekten te kunnen maken, kan een speciaal voor huisartsen ontwikkelde diagnostische beslisregel gebruikt worden. Bij diagnostische twijfel dient de patiënt te worden verwezen naar de reumatoloog voor een gewrichtspunctie. De behandeling van een jicht- en pseudojichtaanval is vergelijkbaar en met name afhankelijk van comorbiditeit en comedicatie. Een goede profylactische behandeling is er alleen voor jicht.

vorige artikel Pijnlijke gewrichten bij kinderen

volgende artikel De kunst van het prikken

Nederlandse Vereniging voor Reumatologie. Richtlijn Jicht. 2013.

Janssens HJEM, Lagro HAHM, Peet PG van, Gorter KJ, Pas P van der, Paardt M van der, et al. NHG-Standaard Artritis. Huisarts Wet. 2009;52(9):439–53.CrossRef

Zhang W, Doherty M, Bardin T, Barskova V, Guerne PA, Jansen TL, et al. European League Against Rheumatism recommendations for calcium pyrophosphate deposition. Part I: terminology and diagnosis. Ann Rheum Dis. 2011;70(4):563–70.PubMedCrossRef

Janssens HJ, Fransen J, Lisdonk EH van de, Riel PL van, Weel C van, Janssen M. A diagnostic rule for acute gouty arthritis in primary care without joint fluid analysis. Arch Intern Med. 2010;170(13):1120–6.PubMedCrossRef

Singh JA, Reddy SG, Kundukulam J. Risk factors for gout and prevention: a systematic review of the literature. Curr Opin Rheumatol. 2011;23(2):192–202.PubMedCentralPubMed

Krishnan E. Gout and the risk for incident heart failure and systolic dysfunction. BMJ Open 2012;2(1):e000282.PubMedCentralPubMedCrossRef

Hueskes BA, Willems FF, Leen AC, Ninaber PA, Westra R, Mantel-Teeuwisse AK, et al. A case-control study of determinants for the occurrence of gouty arthritis in heart failure patients. Eur J Heart Fail. 2012;14(8):916–21.PubMedCrossRef

Kuo CF, Yu KH, See LC, Chou IJ, Ko YS, Chang HC, et al. Risk of myocardial infarction among patients with gout: a nationwide population-based study. Rheumatology (Oxford) 2013;52(1):111–7.CrossRef

Kim SY, Guevara JP, Kim KM, Choi HK, Heitjan DF, Albert DA. Hyperuricemia and risk of stroke: a systematic review and meta-analysis. Arthritis Rheum. 2009;61(7):885–92.PubMedCentralPubMedCrossRef

10.

Krishnan E, Svendsen K, Neaton JD, Grandits G, Kuller LH. Long-term cardiovascular mortality among middle-aged men with gout. Arch Intern Med. 2008;168(10):1104–10.PubMedCrossRef

11.

Kuo CF, See LC, Luo SF, Ko YS, Lin YS, Hwang JS, et al. Gout: an independent risk factor for all-cause and cardiovascular mortality. Rheumatology (Oxford) 2010;49(1):141–6.CrossRef

12.

Choi HK, Curhan G. Independent impact of gout on mortality and risk for coronary heart disease. Circulation 2007;116(8):894–900.PubMedCrossRef

13.

Teng GG, Ang LW, Saag KG, Yu MC, Yuan JM, Koh WP. Mortality due to coronary heart disease and kidney disease among middle-aged and elderly men and women with gout in the Singapore Chinese Health Study. Ann Rheum Dis. 2012;71(6):924–8.PubMedCentralPubMedCrossRef

14.

Perez-Ruiz F, Martinez-Indart L, Carmona L, Herrero-Beites AM, Pijoan JI, Krishnan E. Tophaceous gout and high level of hyperuricaemia are both associated with increased risk of mortality in patients with gout. Ann Rheum Dis. 2014;73(1):177–82.PubMedCrossRef

15.

Zhang W, Doherty M, Pascual E, Bardin T, Barskova V, Conaghan P, et al. EULAR evidence based recommendations for gout. Part I: Diagnosis. Report of a task force of the Standing Committee for International Clinical Studies Including Therapeutics (ESCISIT). Ann Rheum Dis. 2006;65(10):1301–11.PubMedCentralPubMedCrossRef

16.

Kienhorst LB, Janssens HJ, Fransen J, Lisdonk EH van de, Janssen M. Arthritis of the first metatarsophalangeal joint is not always gout: a prospective cohort study in primary care patients. Joint Bone Spine 2014;81(4):342–6.PubMedCrossRef

17.

Kienhorst LB, Janssens HJ, Fransen J, Janssen M. The validation of a diagnostic rule for gout without joint fluid analysis: a prospective study. Rheumatology (Oxford). 2015;54(4):609–14.

18.

Zhang W, Doherty M, Bardin T, Pascual E, Barskova V, Conaghan P, et al. EULAR evidence based recommendations for gout. Part II: Management. Report of a task force of the EULAR Standing Committee for International Clinical Studies Including Therapeutics (ESCISIT). Ann Rheum Dis. 2006;65(10):1312–24.PubMedCentralPubMedCrossRef

19.

Janssens HJ, Janssen M, Lisdonk EH van de, Riel PL van, Weel C van. Use of oral prednisolone or naproxen for the treatment of gout arthritis: a double-blind, randomised equivalence trial. Lancet 2008;371(9627):1854–60.PubMedCrossRef

20.

Zhang W, Doherty M, Pascual E, Barskova V, Guerne PA, Jansen TL, et al. EULAR recommendations for calcium pyrophosphate deposition. Part II: management. Ann Rheum Dis. 2011;70(4):571–5.PubMedCrossRef

Titel: Jicht en pseudojicht
Auteurs: mr. drs. Laura B.E. Kienhorst
dr. Matthijs Janssen
Publicatiedatum: 01-06-2015
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Bijblijven / Uitgave 5/2015
Print ISSN: 0168-9428
Elektronisch ISSN: 1876-4916
DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-015-0042-0

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 5/2015

Pijnlijke gewrichten bij kinderen

Pijnlijke gewrichten, differentiaaldiagnostisch denken

Reumatoïde artritis

Importziekten en gewrichtsklachten

Redactioneel ten geleide

De kunst van het prikken