01-04-2014
JGZ-richtlijn Voedselovergevoeligheid
Gepubliceerd in: JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg | Uitgave 2/2014
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Voedselovergevoeligheid omvat voedselallergie en niet-allergische voedselintoleranties, zoals coeliakie en lactose-intolerantie. De JGZ-richtlijn Voedselovergevoeligheid geeft uitgebreide aanbevelingen voor de preventie, signalering en behandeling van koemelkallergie, de meest frequent voorkomende vorm van voedselovergevoeligheid bij kinderen. Tevens zijn in de richtlijn adviezen opgenomen voor de preventie en signalering van coeliakie en voor de signalering van lactose-intolerantie.
De belangrijkste nieuwe adviezen in de richtlijn zijn: Er bestaat geen indicatie voor gehydrolyseerde kunstvoeding ter preventie van koemelkallergie. Ter preventie van voedselallergie wordt geadvi seerd om vanaf de leeftijd van vier maanden te starten met kleine hoeveelheden bijvoeding, beginnend met groente en fruit, en daarna uit te breiden met andere producten zoals ei, vis en pinda. Aansluitend wordt geadviseerd om al vanaf de leeftijd van vier maanden kleine hoeveelheden gluten te introduceren ter preventie van coeliakie, bij voorkeur naast borstvoeding.
Diagnostiek van koemelkallergie bij kinderen met een laag risico op anafylaxie of andere ernstige reacties kan onder voorwaarden met een dubbelblinde voedselprovocatie in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) plaatsvinden. Hiervoor is er financiële vergoeding van de zorgverzekeraars noodzakelijk; de aanvraag voor deze vergoeding is in behandeling. Tot die tijd worden kinderen voor een dubbelblinde voedselprovocatie naar de kinderarts verwezen.