Abstract
De meest voor de hand liggende methode om een hypoglykemie aan te tonen is een bepaling van de bloedsuikerspiegel. Ook postmortaal kan bloed worden afgenomen en het bloedsuikergehalte worden bepaald. De gevonden waarde geeft echter weinig informatie over het glucosegehalte kort voor en tijdens het overlijden. Het beeld wordt vertroebeld doordat kort na het overlijden, dat wil zeggen na het stoppen van ademhaling en hartslag, de cellen nog enige tijd in leven blijven en de celstofwisseling nog enige tijd doorgaat, waarbij glucose wordt verbruikt. Zo reageren sommige spieren nog enkele uren na de dood op elektrische prikkeling, waaruit blijkt dat de celstofwisseling nog niet is stilgevallen. Postmortaal daalt het glucosegehalte door het voortgaande celmetabolisme dus nog enige tijd.