Samenvatting
De belangrijkste gevolgen die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan asbestvezels zijn: mesothelioom (long- en buikvlieskanker), bronchiale carcinomen (longkanker) en asbestose (stoflongen). Daarbij kan in ongeveer 85% van de gevallen van mesothelioom een verband met blootstelling aan asbest worden aangetoond, terwijl voor longkanker een dergelijk verband slechts zelden aantoonbaar is. Vanwege de sterk verbeterde arbeidsomstandigheden wordt asbestose, een aandoening die per definitie door blootstelling aan (grote hoeveelheden) asbestvezels ontstaat, nog maar zelden opgedaan. De kankerverwekkende eigenschappen van asbest hangen vooral af van de afmetingen en vorm van de vezels. De carcinogene potentie van de vezels neemt sterk af als de lengte beneden de 5 æm en de diameter boven de 0,25 æm komt te liggen, en als de lengte-diameterverhouding kleiner wordt dan 3. Vanwege de gekrulde vorm dringen chrysotielvezels bovendien minder ver door in de longen en de weefsels van borst- en buikholte.