Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Is een uterus bicornis (als toevalsbevinding) een reden tot verwijzing naar een gynaecoloog?

Auteur : Dr. J.E.G.M. Stoot

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het voorkomen van aangeboren misvormingen van de uterus wordt in de literatuur zeer verschillend opgegeven. De frequentie is mede afhankelijk van de wijze waarop de diagnose wordt gesteld en van de belangstelling die de onderzoeker voor dit onderwerp heeft. De opgegeven frequentie varieert van 0,1% tot 10%. Aangezien aangeboren afwijkingen van de uterus vaak symptoomloos blijven zal de frequentie wel iets hoger zijn dan de 0,1%; anderzijds ook zeker niet hoger dan 10%, aangezien de auteurs die deze hoge frequentie vonden in hun publicaties niet in alle gevallen een diagnostisch bewijs leverden.
Literatuur
go back to reference Stoot JEGM. Aangeboren afwijkingen van de uterus en gestoorde voortplanting [Dissertatie]. Nijmegen, 1978. Stoot JEGM. Aangeboren afwijkingen van de uterus en gestoorde voortplanting [Dissertatie]. Nijmegen, 1978.
go back to reference Patton PE. Anatomic uterine defects. Clin Obstet Gynecol 1994; 37: 705-21. Patton PE. Anatomic uterine defects. Clin Obstet Gynecol 1994; 37: 705-21.
go back to reference Fedele L, et al. Magnetic Resonance Evaluation of Double uteri. Obstet Gynecol 1998; 74: 844-47. Fedele L, et al. Magnetic Resonance Evaluation of Double uteri. Obstet Gynecol 1998; 74: 844-47.
go back to reference Spence JE. Vaginal and uterine anomalies in the pediatric and adolescent patient. J Pediatr Adolesc Gynecol 1998; 11: 3-11. Spence JE. Vaginal and uterine anomalies in the pediatric and adolescent patient. J Pediatr Adolesc Gynecol 1998; 11: 3-11.
Metagegevens
Titel
Is een uterus bicornis (als toevalsbevinding) een reden tot verwijzing naar een gynaecoloog?
Auteur
Dr. J.E.G.M. Stoot
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_672