Samenvatting
Het voorkomen van aangeboren misvormingen van de uterus wordt in de literatuur zeer verschillend opgegeven. De frequentie is mede afhankelijk van de wijze waarop de diagnose wordt gesteld en van de belangstelling die de onderzoeker voor dit onderwerp heeft. De opgegeven frequentie varieert van 0,1% tot 10%. Aangezien aangeboren afwijkingen van de uterus vaak symptoomloos blijven zal de frequentie wel iets hoger zijn dan de 0,1%; anderzijds ook zeker niet hoger dan 10%, aangezien de auteurs die deze hoge frequentie vonden in hun publicaties niet in alle gevallen een diagnostisch bewijs leverden.