Samenvatting
Van oudsher geldt algemene narcose als bijzonder riskant voor patiënten met een slechte hartfunctie. Dat stamt nog uit de tijd dat als intraveneus narcosemiddel alleen de vrij kortwerkende barbituraten werden gebruikt. Barbituraten hebben geen invloed op de contractiliteit van het hart, ze zijn ook niet aritmogeen en een hart wordt bij een bewusteloze patiënt maar weinig belast. Zo op het eerste gezicht is er geen reden voor een slecht werkend hart om juist tijdens narcose in problemen te komen. Barbituraten hebben echter enkele onprettige eigenschappen waardoor ze als narcosemiddel minder geschikt zijn. Ze hebben geen invloed op de pijnsensatie. De patiënt reageert niet op pijn door de bewusteloosheid, maar vertoont nog wel onwillekeurige bewegingen en vegetatieve reacties. Erger is dat barbituraten de autonome regulatie van de circulatie sterk remmen. De grote venen verslappen en de vaatweerstand neemt bij bloeddrukdaling, maar ook bij temperatuurdaling niet toe.