Skip to main content
Top

2000 | Boek

Instapkatern tandartsassistente

Auteurs: E. van Kraaij, J. Prinsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Boekenserie : Instapkatern tandartsassistente

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Inhoud:Beroepsprofiel Mondzorg De intake De intake Infectiepreventie Mondonderzoek Administrati

Inhoudsopgave

Voorwerk
Hoofdstuk 1. Beroepsprofiel
Casus https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-9718-1_1/MediaObjects/978-90-313-9718-1_1_Figa_HTML.jpg
Het is maandagmorgen 8 mei en Peter heeft om 9.20 uur een afspraak bij zijn tandarts voor de halfjaarlijkse controle. Om 9 uur loopt hij de tandartspraktijk binnen en meldt zich bij de tandartsassistente, die aan de balie zit. Vriendelijk begroet zij hem en vertelt hem dat hij plaats mag nemen in de wachtkamer. Hij zal wel zo aan de beurt zijn, want er zit verder niemand. Als hij de voorpagina van de krant gelezen heeft komt Miranda, de tandartsassistente hem halen. Peter herkent haar wel, want ze werkt zolang als Peter hier komt voor deze tandarts. Ze begeleidt Peter naar de behandelkamer, waar de tandarts al op hem zit te wachten. Nadat de tandarts Peter begroet heeft, neemt Peter plaats in de behandel-stoel om zijn gebit te laten bekijken. Gelukkig kan de tandarts ook deze keer geen gaatjes in het gebit van Peter ontdekken en al gauw is Peter weer klaar. Na Miranda en de tandarts gegroet te hebben, verlaat Peter de tandartspraktijk.
E. van Kraaij, J. Prinsen
Hoofdstuk 2. Mondzorg
Casus https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-9718-1_2/MediaObjects/978-90-313-9718-1_2_Figa_HTML.jpg
‘Wil je het graag met of zonder verdoving proberen?’ vraagt de tandarts aan Dave. Bij Dave is een gaatje ontdekt in een van zijn onderkiezen. ‘Ik heb liever dat u het even verdooft’, antwoordt Dave, die de pijn tijdens het boren niet wil voelen. De tandarts geeft hem helemaal achter in de mond een prikje, waarop al snel de helft van Dave’s onderkaak stijf begint aan te voelen. Als de tandarts na enkele minuten begint te boren in de kies, voelt Dave helemaal niets meer van de behandeling. Als de tandarts klaar is en Dave weer wil opstappen, waarschuwt Miranda, de assistente, hem om nog enkele uren te wachten met eten. ‘Je bijt misschien anders op je tong of je wang, omdat deze nog verdoofd is’, zegt ze.
E. van Kraaij, J. Prinsen
Hoofdstuk 3. De intake
Casus https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-9718-1_3/MediaObjects/978-90-313-9718-1_3_Figa_HTML.jpg
Aan de balie staat Pieter van der Grinvorst. Hij komt zojuist van de tandarts vandaan. Tijdens de periodieke controle heeft de tandarts beslist dat er een kroon zal moeten worden gemaakt op een kies waarvan onlangs een stuk was afgebroken. Miranda, de assistente, gaat een afspraak met Pieter maken. De datum en de tijd maakt Pieter niet zoveel uit, als het maar na schooltijd is. Pieter is zestien jaar oud en zit op de middelbare school. Vanaf 15.30 uur kan hij eigenlijk altijd wel. Afgesproken wordt voor donderdag 16 mei om 16.45 uur. Dat is vandaag over drie weken. Miranda zet de afspraak in het afsprakenboek en schrijft pas daarna voor Pieter een afsprakenkaartje uit met de datum en de tijd van de afspraak erop. Op het moment dat Pieter de deur uitloopt, gaat de telefoon. Het is mevrouw Bartels. Zij is samen met haar man en twee kinderen onlangs in deze stad komen wonen en is nu op zoek naar een tandarts. Zij vraagt of het mogelijk is voor haar gezin een afspraak te maken voor de periodieke controle. Miranda maakt een afspraak op woensdag 22 mei om 10.30 uur. In het afsprakenboek schrijft ze erbij dat het om een eerste bezoek van de familie Bartels gaat.
E. van Kraaij, J. Prinsen
Hoofdstuk 4. Infectiepreventie
Casus https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-9718-1_4/MediaObjects/978-90-313-9718-1_4_Figa_HTML.jpg
‘Zo het zit erop’, zegt de tandarts, en hij legt zijn hechtnaald met de naaldvoerder op het tableau. De instrumenten die op het tableau liggen verraden dat het geen gemakkelijke behandeling is geweest. Er liggen er zoveel en op bijna alle instrumenten zit wel wat bloed. In een hoekje van het tableau ligt een hoopje met stukjes kies van de zojuist verwijderde verstandskies. ‘Dat was hij’, zegt de tandarts en hij wijst op de restanten van de onderverstandskies, die hij zojuist eruit gehaald heeft. De patiënt heeft er niet zoveel belangstelling voor. Hij is allang blij dat het erop zit. Als Miranda hem nog wat instructies heeft gegeven, begint ze met opruimen van al die gebruikte instrumenten. Ze moet goed uitkijken, want er zitten diverse scherpe instrumenten bij. Als de volgende patiënt binnenkomt, is nergens aan te zien dat er zojuist een bloedige handeling plaats heeft gevonden. Of het moet het rode gezicht van de tandarts zijn…
E. van Kraaij, J. Prinsen
Hoofdstuk 5. Mondonderzoek
Casus https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-9718-1_5/MediaObjects/978-90-313-9718-1_5_Figa_HTML.jpg
In de casus, besproken in hoofdstuk 3, hebben we gezien dat Miranda een afspraak gemaakt heeft met de familie Bartels. Op woensdag 22 mei om 10.30 uur meldt de familie zich in de praktijk. Na een korte kennismaking worden ze ingeschreven als nieuwe patiënten. Dat gebeurt door het maken van een patiëntenkaart, voor ieder gezinslid één. Als Miranda alle persoonsgegevens heeft opgeschreven, de medische anamneselijst heeft doorgenomen en de familie alvast wat verteld heeft over de gang van zaken in deze praktijk, komt de tandarts binnen en maakt ook hij kennis met de familie Bartels. Als vader Bartels heeft plaatsgenomen in de behandelstoel, zet de tandarts de stoel in de ligstand om het gebit te onderzoeken. Miranda noteert alle zaken die de tandarts in het gebit waarneemt. Als ze alle gegevens op de patiëntenkaart heeft genoteerd, wil de tandarts nog twee röntgenfoto’s maken. Als een tijdje later de hele familie Bartels de eerste controle gehad heeft, blijkt alleen de vader een afspraak voor een vervolgbehandeling te moeten maken. Op de gemaakte röntgenfoto’s zijn twee gaatjes te zien…
E. van Kraaij, J. Prinsen
Hoofdstuk 6. Administratie
Casus https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-9718-1_6/MediaObjects/978-90-313-9718-1_6_Figa_HTML.jpg
Als Arnold de behandelkamer van de tandarts uitloopt, is hij 2 vullingen rijker en een kies armer. De tandarts heeft hem flink te pakken gehad. Zijn mond hangt nog scheef van de verdoving en als hij ‘tot de volgende keer’ wil zeggen, is hij bijna niet te verstaan. Miranda loopt met hem mee naar de balie. ‘Als je nog even wilt wachten, geef ik je meteen de nota mee’, zegt ze. Ze voert alle verrichten in op de computer en een paar seconden later rolt de nota al uit de printer. ‘Kijk’, zegt ze, ‘er zit een acceptgiro aan vast, waarmee je het bedrag kunt betalen. Het originele gedeelte moet je opsturen naar je verzekering. Omdat je aanvullend verzekerd bent, krijg je daar nog een gedeelte van terug’. Als Arnold de nota bekijkt, ziet hij precies wat de tandarts zojuist gedaan heeft. ‘Op de nota staat niet dat de periodieke controle ook is uitgevoerd’, merkt hij op. ‘Dat klopt’, antwoordt Miranda, ‘de controle en het tandsteenverwijderen valt onder het cluster, en die verrichtingen worden rechtstreeks aan jouw ziekenfonds gedeclareerd.’
E. van Kraaij, J. Prinsen
Nawerk
Meer informatie
Titel
Instapkatern tandartsassistente
Auteurs
E. van Kraaij
J. Prinsen
Copyright
2000
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9718-1
Print ISBN
978-90-313-3389-9
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9718-1