Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:
Omslag van het boek

2020 | OriginalPaper | Hoofdstuk

1. Inleiding

Auteurs : Remco van der Wijngaart, Prof. dr. M. M. (Marleen) Rijkebroer

Gepubliceerd in: Imaginaire rescripting

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

We beschikken praktisch allemaal over het vermogen tot imaginatie, waarbij we beelden hebben bij autobiografische herinneringen, of gebeurtenissen die zouden kunnen plaatsvinden in de toekomst, of beelden die geen enkele samenhang met de realiteit lijken te hebben. Imaginaties kunnen zich intrusief opdringen of vrijwillig worden opgeroepen en lijken een belangrijke rol te spelen bij de verwerking van informatie. Imaginatie heeft een grotere impact op emoties dan de verbale verwerking van diezelfde informatie, mogelijk omdat bij imaginatie dezelfde hersengebieden actief zijn als bij waarneming en het herinneren van emotionele autobiografische gebeurtenissen. Een levendige imaginatie kan daardoor gemakkelijk verward worden met een feitelijke herinnering. Negatieve, intrusieve imaginaire beelden en herinneringen komen vaker voor bij mensen met een psychische stoornis in vergelijking met mensen zonder klachten, en deze beelden worden als ook belastender ervaren. Tijdens IR wordt de loop van gebeurtenissen in een herinnering veranderd in een gewenstere richting. Deze methode werd al meer dan een eeuw geleden beschreven, maar heeft sinds de jaren negentig van de vorige eeuw een grote groei doorgemaakt in zowel wetenschappelijk opzicht als wat betreft de klinische toepassingen. IR blijkt bij verschillende stoornissen een effectieve behandeling te zijn waarbij dit effect binnen korte tijd kan worden gegenereerd. Er zijn echter nog weinig onderzoeken gedaan naar de vergelijking van IR met andere effectieve behandelvormen. Er is bovendien nog weinig zicht op hoe IR dit effect bewerkstelligt. De gangbaarste hypothesen zijn dat tijdens IR ofwel de betekenis van de oorspronkelijke herinnering wordt veranderd, ofwel een alternatieve, meer concurrerende herinnering wordt gevormd. IR blijkt hoe dan ook een effectieve interventie, die sterke emotionele ervaringen kan oproepen. Daarom is het belangrijk dat therapeuten die deze techniek toepassen daarvoor goed zijn opgeleid, om aldus te komen tot correctieve emotionele ervaringen. In de komende hoofdstukken wordt beschreven hoe de techniek wordt toegepast in de praktijk.
Metagegevens
Titel
Inleiding
Auteurs
Remco van der Wijngaart
Prof. dr. M. M. (Marleen) Rijkebroer
Copyright
2020
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2451-4_1