Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:
Omslag van het boek

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

1. Inleiding

Auteurs : IJ. D. Jüngen, M. J. Tervoort

Gepubliceerd in: Toegepaste geneesmiddelenkennis

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Al in de oudheid ontdekte de mens de geneeskrachtige werking van planten. Nog steeds zijn de meeste medicijnen afgeleid van in de natuur voorkomende stoffen. Voordat een nieuw geneesmiddel geregistreerd wordt door het Zorginstituut Nederland moet het vier ontwikkelingsstadia doorlopen. Het zorginstituut bewaakt ook de kosten via het geneesmiddelvergoedingssysteem (GVS). Alleen artsen, tandartsen en verloskundigen zijn bevoegd om geneesmiddelen voor te schrijven. Zij mogen binnen hun deskundigheidsgebied en voor zover zij bekwaam zijn voorschrijven. Tegenwoordig mogen ook sommige verpleegkundig specialisten en physician assistants geneesmiddelen voorschrijven op hun specialisme. Aan het elektronische recept worden strenge eisen gesteld. Grondige kennis van de algemene farmacologische principes is van groot belang om op een juiste manier te kunnen omgaan met geneesmiddelen. Hoe is de weg van het geneesmiddel door het lichaam en wat doet het geneesmiddel met het lichaam? Wat zijn de bijwerkingen en de interacties met andere geneesmiddelen? Bij welke groepen patiënten is speciale aandacht vereist? Verpleegkundigen en soms andere gezondheidsmedewerkers delen medicijnen uit en observeren de effecten van de medicatie bij de patiënt. Daarnaast zijn zij vaak degenen die de patiënt voorlichten over de werking en mogelijke bijwerkingen. Zij moeten deze dus kunnen analyseren en interpreteren.
Metagegevens
Titel
Inleiding
Auteurs
IJ. D. Jüngen
M. J. Tervoort
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0940-5_1