Samenvatting
Hartfalen komt bij 1–2 % van de algehele bevolking voor. De prevalentie neemt sterk toe met de leeftijd en ligt beduidend hoger bij risicogroepen zoals patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch obstructief longlijden (COPD). De incidentie van hartfalen neemt sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw toe, waarbij het laatste decennium het aandeel van hartfalen met verminderde ejectiefractie wat is gedaald en dat van hartfalen met behouden ejectiefractie is gestegen. De belangrijkste risicofactoren voor hartfalen zijn hypertensie en coronaire hartziekte (weer beïnvloed door traditionele risicofactoren als roken, overgewicht, hypercholesterolemie en diabetes mellitus). Daarnaast kunnen klepvitia, cardiomyopathieën, congenitale hartziekte, aritmieën (vooral atriumfibrilleren), pericardiale ziekten, myocarditis, pulmonale ziekten zoals COPD, nierfalen en cardiotoxische stoffen zoals alcohol hartfalen veroorzaken.